“Het komt niet over. Het maakt geen bal uit hoe we het tussen die oren proberen te rammen, ze snappen het niet! Is ook logisch, die lui willen lekker op hun gat- en plek blijven zitten. Ze grijpen elk stukje twijfel aan om zich dieper in te graven. Kwam er verdorie op 1 februari weer een rapport van de provincie in de openbaarheid dat het de goede kant op gaat met de natuur in Nieuwkoop. Helemaal fout. Zo redden we het natuurlijk nooit. Neem nu Remkes, die heeft toch echt gezegd dat ze moeten opzouten. Horen zij er weer in ‘dat ze niet zullen worden onteigend’. Dat moet anders.”

“Kom op, het moet toch te doen zijn? We zitten hier, bij de overheid met een duizendtal communicatiemedewerkers. Wij moeten met elkaar toch in staat zijn iets te bedenken wat zo klip en klaar is dat zelfs een boer het snapt? Laten we het eens helemaal anders aanpakken, kleine test. We beginnen bij de Nieuwkoopse graslanden. Ja, dat is daar waar al een deel van die lelijke groene weilanden is omgezet naar verbeterd land. Huh? Verbeterd land? Waar? Oh dat zijn die percelen met die brandnetels, riet, onkruid en bramen die 1x per jaar een beetje grof worden gemaaid, die muggen broedvijvers waar we in weekenden zo snel mogelijk doorheen proberen te fietsen. Oh sorry, ‘natuur’, die brengen we daar terug. Hier moeten die 12 boeren die de rest nog zo lelijk groen houden eerst maar eens oprotten. Als het daar lukt, dan hebben we een blauwdruk die we overal kunnen uitrollen.
We zullen ze eens leren wie er in dit land de baas is. We doen het deze keer simpeler, zodat ze het begrijpen, wie niet wil luisteren moet maar voelen.”

“We doen het als volgt: We sturen een man of zes een mailtje waarin we ze uitnodigen voor een kleine bijeenkomst met ‘de Provincie’. Doen we even in het oude gemeentehuis van Nieuwveen. We laten ze zelf die andere zes informeren zodat we ze wel alle twaalf bij elkaar hebben. Nee, niet allemaal persoonlijk uitnodigen en een paar weken de tijd geven, dat gaat maar lopen konkelen. We moeten wel de regie houden. Die zes sturen we dus op vrijdag de 10e februari een mail en we ‘pakken’ ze dan maandag de 13e even apart. Absoluut geen tijd geven om het met elkaar af te stemmen. We zeggen ze in kleine kring dat we in 2030 geen koe en geen boer meer willen zien daar langs die plassen. Als we die klus nu die CDA gedeputeerde, die Stolk in zijn schoenen schuiven dan weten we zeker dat het CDA bij de volgende verkiezingen ook gedecimeerd is. Twee vliegen in een klap. Dan gaan die paar boeren wel naar de PVV, BBB, Forum of JA21 maar daar wil de VVD toch nooit mee samen dus houden we politiek ook de touwtjes in handen.
Bijkomend voordeel is dat de banken dan op dinsdag bij elk van die boeren een vet rood kruis achter hun naam hebben gezet, die krijgen dan alvast geen cent meer. Als we ze dan nog een jaar of 5 uitknijpen dan is het verzet wel gebroken en hebben we die stukken voor het oprapen.”

Zo moet het ongeveer gegaan zijn. Het is niet voorstelbaar dat een Provincie als Zuid-Holland met het duurste ambtenarenkorps van Nederland zo naïef is, dat ze oprecht dachten met deze actie een bijdrage te leveren om een afgewogen belangenbehartiging te verzekeren. Dat is voor mij simpelweg ondenkbaar. De 9e werd er gemaild, de 13e kregen de 12 aanwezige boeren alvast de boodschap dat zij in elk geval moesten ‘oprotten’. Het werd hen ‘even’ meegedeeld, een dag voor de al geplande grotere bijeenkomst die door de provincies Zuid-Holland en Utrecht was georganiseerd en waar zo’n 300 man werd verwacht. Deze bijeenkomst werd na ‘de heisa van gisteren’ op het laatste moment via Twitter afgelast. Gelukkig zitten niet alle boeren op Twitter dus, afgelast of niet, er kwam toch nog 150 man tevergeefs naar Kamerik. Ze stonden daar voor een dichte deur. Tot zover ‘De nieuwe bestuurscultuur’ in de praktijk. Hoezo kloof tussen Den Haag en het platteland?

Maar er komen verkiezingen, dus heb ik me voor het eerst van mijn leven eens een klein beetje verdiept in ons provinciebestuur. Ik bekeek de eerste provinciale vergadering na dit voorval. Het was een schokkende ervaring. Je moet er even voor gaan zitten, een normale werkdag lang hoor je een reeks van statenleden en gedeputeerden hun verhalen houden, reageren op ‘de boeren’, zorgen uiten en argumenten aanvoeren. Dit deel gaat zoals je verwacht, veel onderwerpen en veel inzichten. Ik kreeg op slag een grote bewondering voor alle statenleden die hun tijd ten behoeve van ons aller heil opofferden en dagen hadden besteed aan het bestuderen van hun stukken. Harde werkers en allemaal van goede wil. Een enkele keer komt mevrouw Jeannette Baljeu, (lid van het college van Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur van de provincie) aan het woord. Zij reduceert de overige aanwezigen direct tot onbeduidende toehoorders. Met een plezierige stem en enorm overwicht presenteert ze haar punten en zonder een keer te twijfelen somt ze soepeltjes op wat er is gedaan en nog gedaan moet worden. Ja er zijn fouten gemaakt, jammer, maar ‘we moeten door’. Hier hoor je echt ‘de baas’ aan het werk. De rest mag het een en ander inbrengen, maar zij bepaalt wat er verder gaat gebeuren en of − en waarover − er nog enige drukte gemaakt mag worden. Ze heeft dan ook een indrukwekkende portefeuille waar zo’n beetje alle activiteit in zit. Drie Jeanettes en de rest kan thuisblijven, zo iets. En ik vrees dat het in uw provincie niet anders gaat.

Heel knap allemaal, maar als een democratie door de werkelijke bestuurders toch volledig wordt genegeerd en de Provincie er enkel is om de agenda van Kaag vorm te geven, welk nut heeft het dan om nog te gaan stemmen? Als het uiteindelijk allemaal fake is? Laat ze dan zelf oprotten!

Hans de Vries (was vroeger potplantenteler)
Hans@FrogsFarms.com