Onlangs is in partnerschap met de Universiteit van Gent het Tombustion onderzoeksproject gelanceerd. Doel van dit project is de productie van minerale meststoffen uit afval van tomatenplanten. Eén van de grote uitdagingen van het project zijn de plastic clips en het touw die gebruikt worden in de teelt.
Naast de Universiteit van Gent is Anorel mede initiatiefnemer van het onderzoeksproject. Strategisch manager Josephine Cafmeyer van de producent en verdeler van meststoffen stelt: “De meststoffensector staat voor een aantal grote uitdagingen. De productie van meststoffen is milieuonvriendelijk en energieverslindend; de grondstoffen van essentiële minerale meststoffen zijn eindig en onvervangbaar. Daarnaast zorgt een veranderende wetgeving met het oog op een duurzamere land- en tuinbouw voor restricties in het kader van meststofgebruik.”
Rekening houdend met deze uitdagingen en de stijgende vraag naar groene en circulaire meststoffen werkte Anorel het Tombustion project uit. Het is erop gericht om minerale meststoffen uit tomatenplantenafval te winnen. “Dat is een nevenstroom van de tomatenteelt die nu niet volledig wordt benut en eigenlijk als afval wordt behandeld”, schets Cafmeyer de contouren van het circulaire project.
Constante samenstelling
Volgens het bedrijf vormt het afval van tomatenplanten de ideale grondstof voor minerale meststoffen. “Biomassa geteeld in substraat heeft het voordeel een heel constante samenstelling te hebben vanwege het strakke bemestingsschema. Daarbij kan er uitgesloten worden dat er zware metalen of andere contaminanten worden opgenomen aangezien de planten niet in de vollegrond staan maar op substraat. Dit maakt tomaten geteeld in substraat een interessant gewas als biomassa om nutriënten uit te terug te winnen.”
Bovendien is het restafval in grote volumes aanwezig. Samen zouden België en Nederland ongeveer 2.400 ha tomatenteelt onder glas kennen. De meststoffenleverancier stapte met het plan naar de Universiteit van Gent en samen dienden ze een onderzoeksproject in bij de Vlaamse overheidsinstelling Vlaio. In mei werd het project goedgekeurd en deze maand vond de start plaats. Cafmeyer benadrukt dat het om een onderzoeksproject gaat. Plantafval wordt bij telers opgehaald en vervolgens op laboratorium schaal verwerkt. Doel is het productieproces te optimaliseren om grootschalige productie mogelijk te maken.
Plastic clips vormen uitdaging
Een van de praktische uitdagingen binnen het project zijn de plastic clips en het touw die in de tomatenteelt gebruikt worden. “Om het tomatenplantafval van de telers te kunnen verwerken tot minerale meststof moeten we van de plastic clips en touw afraken die ze gebruiken en die achterblijven in het plantafval”, verklaart Cafmeyer.
Mogelijk is bewustwording een goed instrument. “Ik ben verbaasd dat er al zoveel biodegradeerbare alternatieven beschikbaar zijn. Daarnaast merk ik ook een grote kloof tussen de beschikbaarheid van de alternatieven en de kennis/interesse bij de telers”, aldus de Vlaamse. Op technisch gebied liggen de grootste uitdagingen op het gebied van fermentatie en synthese. “We streven ernaar om, naast de nutriënten, ook zoveel mogelijk energie terug te winnen uit de reststroom in de vorm van biogas”, vertelt de strategisch manager die verwacht dat de proef gegevens oplevert die nog niet in literatuurbronnen terug te vinden zijn. Als de proef slaagt willen de pioniers op termijn het procedé ook naar andere teelten verleggen.
Tekst: Jerom Rozendaal