“Glastuinbouwbedrijven buiten de clustergebieden hebben nauwelijks collectieve oplossingen voor de energietransitie en zijn meer afhankelijk van de CV-ketel. Daarom hebben we deze week samen met solitaire bedrijven uit het hele land besproken wat zij nodig hebben voor hun energietransitie. Tot nu toe was er minder gerichte aandacht voor deze categorie. Dit is een eerste inventarisatie. We gaan nu verder aan de slag met een ondernemersgroep”, vertelt Alexander Formsma.
Het programma Kas als Energiebron is bedoeld voor alle telers, groot en klein. In de loop der tijd echter heeft Glastuinbouw Nederland veel extra inspanningen op het gebied van energietransitie gedaan voor glastuinbouwbedrijven in clusters en op grote locaties. Hier wordt, vaak in Greenport-verband, gewerkt aan collectieve voorzieningen voor restwarmte en aardwarmte en hebben veel telers zich gebundeld in warmtecoöperaties.
Minder aandacht
“We realiseren ons dat het beeld is ontstaan dat solitaire bedrijven en bedrijven met energie-extensieve teelten minder aandacht krijgen. Die banden willen we aanhalen”, verklaart Alexander Formsma, beleidsspecialist Energie en Klimaat van Glastuinbouw Nederland.
“Deze bedrijven hebben andere uitdagingen en mogelijkheden in hun energietransitie. Collectieve opties als een gezamenlijke aardwarmtebron of warmtenetten voor restwarmte zijn bijvoorbeeld niet in beeld. Tegelijkertijd is er veel kennis over de energietransitie beschikbaar, zoals in Kas als Energiebron, waarvan we niet goed weten of deze bedrijven daarmee uit de voeten kunnen.”
Afschaffing verlaagd tarief ketelgas
De zoektocht in de energietransitie lijkt daardoor voor deze bedrijven extra lastig. Zo zijn de bedrijven meer aangewezen op ketelgas, door het ontbreken van alternatieven. Dit wordt een veel duurdere energiebron vanwege de mogelijke afschaffing van het verlaagde tarief voor de glastuinbouw per 2025. “Dat is een ingrijpende maatregel waar die bedrijven op zo’n korte termijn niet makkelijk een antwoord op vinden.”
Volgens Formsma zijn er wel technische mogelijkheden om deze bedrijven verregaand te verduurzamen. “Denk aan warmtepompen. Daarvoor zal de elektriciteitsvoorziening geoptimaliseerd moeten worden”, verwacht hij.
Andere inrichting subsidieregelingen
Om te inventariseren wat de wensen en knelpunten zijn die bij deze ondernemers leven hield de sectororganisatie een themabijeenkomst in De Meern. De animo hiervoor bleek groot, enkele tientallen deelnemers uit alle hoeken van het land meldden zich aan. “Het gaat om heel veel bedrijven in deze categorie, met vaak hele specifieke teelten. Zij zijn belangrijk voor de diversiteit van onze sector”, stelt Formsma.
Na afloop is er een nieuwe ondernemersgroep in het leven geroepen, die met Glastuinbouw Nederland verder kan werken aan een gestructureerde aanpak.
“Na het inventariseren van de behoeftes kunnen we bepalen waar we op moeten sturen. Denk aan een andere inrichting van sommige subsidieregelingen, bijvoorbeeld door het toevoegen van andere duurzame technieken of het instellen van een lagere ondergrens van de investeringen”, legt de energiespecialist uit.
Ook zal er iets nodig zijn van betrokken overheden in het faciliteren van glastuinbouwbedrijven. Een knelpunt is dat die overheden vaak minder bekend zijn met de sector, geeft hij aan. “Er zijn wellicht ook andere stakeholders waarmee wij moeten praten dan dat we gewend zijn in de Greenports en de vertrouwde clusters.”
Tekst: Koen van Wijk