Een beperkte warmtebehoefte in combinatie met een relatief lage productie maakt het verduurzamen van de energievoorziening tot een extra grote uitdaging voor callakwekerij Van Vliet in Monster. Investeren in bijvoorbeeld een warmtepomp of aanhaken bij een aardwarmteproject is hierdoor niet interessant. Stefan, Marcel en Rick van Vliet zetten daarom vooral in op energiebesparing. Op langere termijn lijken het afnemen van restwarmte óf het uitzetten van de gasketel de enige opties.
Kwekerij van Vliet is volledig gespecialiseerd in de teelt van Calla aethiopica, ook wel bekend als de witte aronskelk. “We onderscheiden ons in de markt vooral doordat we takken leveren tot wel één meter lang” vertelt Stefan van Vliet. Hij runt de kwekerij van 3,5 ha samen met zijn broers Marcel en Rick. “Deze takken worden vooral gebruikt bij bruiloften en evenementen. We leveren, via FloraHolland, dan ook met name aan afnemers in het hogere segment. Denk bijvoorbeeld aan luxere bloemisten.”
Weinig stoken
De broers oogsten jaarrond. Om dit mogelijk te maken, moet de kas in de wintermaanden worden verwarmd. “Maar wij stoken relatief weinig”, zegt Van Vliet. “Een calla gedijt goed bij koude nachten, overdag mag het iets warmer zijn. Maar 20 of 21 graden is zeker niet nodig, dat mag wel wat minder zijn. Doordat de calla geen hoge temperaturen nodig heeft, hoeven wij niet heel veel warmte in te brengen. Ik durf echter niet te zeggen hoeveel kuubs we op jaarbasis verstoken met onze gasketel.”
De beperkte warmtebehoefte maakt het verduurzamen van de energievoorziening tot een extra grote uitdaging, geeft de teler aan. Zeker omdat ook de productie relatief laag is. “Wij oogsten veel minder takken dan bijvoorbeeld chrysantentelers. Hierdoor zijn veel investeringen − bijvoorbeeld in een WKK of warmtepomp − niet rond te rekenen. En aanhaken bij een aardwarmteproject als Polanen, dat hier vlakbij zit, is ook niet interessant voor ons. Dan moet je namelijk gedurende vijftien jaar een gegarandeerde hoeveelheid warmte afnemen. Dat is too much voor onze kwekerij.”
Nieuwe klimaatdoeken
Om het verwarmen toch rendabel te houden, zetten de broers nu vooral in op energiebesparing. “We moeten het hebben van energie- en kostenbesparing”, zegt Van Vliet. “We doen al jarenlang heel zuinig, daarnaast schaften we in oktober vorig jaar twee nieuwe PhormiTex Lumina 30-klimaatdoeken aan. De oude klimaatdoeken waren versleten en vervuild. De nieuwe schermen zetten we − net zoals de vorige doeken − in de winter in om energie te besparen. In de zomer gebruiken we ze om licht weg te schermen. Omdat het nieuwere doeken zijn, besparen we méér energie dan voorheen. Hoeveel meer durf ik echter niet te zeggen. Maar het scheelt absoluut.”
Vorstvrij telen
Ondanks de focus op energiebesparing is het de vraag of het op de lange termijn rendabel zal blijven om de kas te verwarmen. Van Vliet: “De energiebelasting stijgt ieder jaar en daarmee ook de gasprijs. Wanneer we straks één euro voor een kuub gas moeten betalen, is dat niet meer rond te rekenen. Zoals gezegd lijken er weinig verduurzamingsopties te zijn voor ons. Het mooiste zou zijn wanneer we restwarmte zouden kunnen afnemen van een partij in de buurt. Maar deze mogelijkheid heeft zich nog niet aangediend.”
Vinden de ondernemers geen goede manier om te verduurzamen, dan zal de ketel op termijn uit moeten. “Dan houden we de kas alleen nog vorstvrij. Maar dat is verre van ideaal; we kunnen dan immers niet meer jaarrond oogsten. We blijven daarom hopen dat zich nog een oplossing aandient.”
Tekst: Ank van Lier