De aji-chilipeper heeft interessante eigenschappen zoals ziekteresistenties en hoge gehaltes aan antioxidanten en smaakstoffen. Kruisen met de gewone paprika was vrijwel onmogelijk. Maar nu zijn Italiaanse wetenschappers daarin geslaagd, gebruik makend van materiaal van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). Bij andere Solanaceae zoals aardappel en tomaat is dankbaar gebruik gemaakt van eigenschappen uit wilde verwanten. Daarvoor is het nodig om soorten met elkaar te kruisen, wat altijd een lastige zaak is.
Paprika staat bekend als erg moeilijk op dit terrein. Het geslacht Capsicum telt maar 35 wilde soorten, dus de keuze is niet zo groot. Maar wat belangrijker is: ze zijn op allerlei vlakken incompatibel met elkaar. Ofwel het gaat al mis bij de bestuiving, ofwel de embryo’s sterven meteen af. Ook allerlei in-vitro technieken lopen in het algemeen spaak. Behalve de gewone paprika’s en pepers, afgeleid van de wilde soort Capsicum annuum var. annuum, zijn in Zuid-Amerika nog vier andere soorten gecultiveerd. De specerij aji (afgeleid van Capsicum annuum var. pendulum) wordt op zeer ruime schaal gebruikt. Deze heeft niet alleen interessante smaakeigenschappen en staat bol van de antioxidanten, maar kent ook resistenties tegen allerlei ziekten. Die zou je graag in de gewone paprika terugzien.
Uniformer maken
Italiaanse onderzoekers van twee instituten zijn er nu in geslaagd de aji te kruisen met het Italiaanse paprika-landras Friariello. Daarvoor maakten ze gebruik van een accessie van het CGN, onderdeel van Wageningen University & Research. Een accessie is een verzameling zaad van een bepaalde vindplaats of van een veredelaar. Eerst werden zowel de aji als de paprika diverse keren met zichzelf gekruist om ze uniformer te maken. Vervolgens bestoven de onderzoekers bloemen van de paprika met stuifmeel van aji. Daarna was een techniek nodig die embryo rescue heet: de embryo’s waren namelijk onder gewone omstandigheden niet levensvatbaar, maar in-vitro wel. Dat leverde een aantal zaailingen op die verder in de kas konden worden opgekweekt. Uit genetische analyse bleek dat ze daadwerkelijk hybriden waren van de twee soorten ouders.
Genetische basis
Vervolgens was er een reeks, deels verwachte, hobbels. De hybride nakomelingen waren bijvoorbeeld mannelijk steriel. Terugkruisen met de ouders (waarbij de hybride als moeder werd gebruikt) gaf een gedeeltelijk herstel van de vruchtbaarheid in de tweede generatie. Het grootste deel van de planten bleef kwakkelen, maar zo’n 10% vertoonde een normale krachtige groei. De onderzoekers concluderen hieruit dat het wel degelijk mogelijk is na de kruising over de soortbarrière heen te komen tot levenskrachtige en vruchtbare nakomelingen. Ze zijn zeer tevreden over deze resultaten: het verbreedt de genetische basis van het betreffende paprikaras en geeft nieuwe mogelijkheden bij de veredeling van andere paprikarassen. De resultaten zijn gepubliceerd in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Euphytica.
Tekst: Tijs Kierkels Bron: Wikimedia/Carstor Foto: De aji-chilipeper.