De kwaliteit van water is misschien wel de meest onderschatte factor bij uitvoering van gewasbescherming. Een onjuiste pH, meestal een te hoge, verkort de halfwaardetijd aanzienlijk. Het toevoegen van een waterconditioner, zoals bij VDE Plant, is een garantie op effectiviteit. Strookjes om de pH te meten zijn reuze handig bij het samenstellen van de spuitvloeistof.

Bij familiebedrijf VDE Plant in Woubrugge zijn twee jonge medewerkers verantwoordelijk voor de teelt en gewasbescherming. Robert Jan Veens en Tim Geuzebroek praten met passie over hun taken en de in de praktijk opgebouwde kennis. Dat is volgens Geuzebroek de kracht van het bedrijf. Omdat hij zich niet met de marketing of verkoop van de groene potplanten hoeft te bemoeien, gaat alle aandacht uit naar de teelt, naar optimalisatie en kostenbeheersing. Met sparringpartner Veens zoekt hij naar oplossingen voor nieuwe uitdagingen zoals een krimpend middelenpakket en stijgende energieprijzen. Dit op een bedrijf van 9 ha teeltoppervlak, waarvan 2 ha op een huurlocatie.

Middelen efficiënt inzetten

De geïntegreerde gewasbescherming is ver doorgevoerd in de verschillende teelten. Behalve feromoonvallen voor motten, natuurlijke bestrijders en biologische preparaten, worden ook biostimulanten ingezet om planten weerbaarder te maken. Binnen deze aanpak is het efficiënt gebruik van beschikbare correctiemiddelen een hoofddoel geworden. Geuzebroek: “De middelen van tegenwoordig werken minder, je roeit er geen hele populaties mee uit. Vaak zijn het contactmiddelen dus je moet de plagen goed raken en je kunt ze volgens etiket niet onbeperkt inzetten. Wat je nog mag doen moet je dus wel goed doen.”

pH van grote invloed

Volgens adviseur Herman Vermeer van Van Iperen is de kwaliteit van water de meest onderschatte factor bij gewasbescherming. “Telers moeten vooral bewust gemaakt worden van de invloed van de pH op de halfwaardetijd van de werkzame stof. De werkzaamheid kan namelijk teruggaan van dagen naar uren of nog minder, bij een onjuiste pH. Meestal is dit een te hoge pH van boven de 7.” Dit verschilt volgens de adviseur per middel, maar staat vaak niet op de verpakking.
Telers kunnen vrij eenvoudig de pH meten en deze met een waterconditioner op een gewenst en stabiel niveau brengen. Er zijn verschillende conditioners met een werking op de pH, maar niet allemaal zijn ze bufferend. Vermeer: “Het gevaar bij minder goed bufferende conditioners is dat de pH bij overdosering onderuit kan schieten. Dat gebeurt ook als het water met zuren wordt aangezuurd.” VDE Plant koos voor X-Change van Nufarm, omdat deze volgens Geuzebroek het meest compleet is.

pH-weetjes

Op het bedrijf wordt de conditioner toegepast bij het spuiten van insecticiden. Maar al pratende komen er meer pH-feitjes voorbij. Vermeer: “Bacillus Thuringiensis producten bijvoorbeeld tegen rupsen, vallen bij een te hoge pH al op het blad uit elkaar in plaats van in de maag van de rups. Maar dat zal iedereen nu wel weten.”
Geuzebroek komt met een ander praktijkvoorbeeld. “Middelen als Flipper en Neudosan zijn kaliumzouten en hebben van nature een hoge pH. Dat is één van de redenen waarom we ze niet met insecticiden mengen.”

Uitgangswater op orde

Veens legt uit hoe het bedrijf aan goed uitgangswater komt. Het regenwater van de kassen aan de westkant van het middenpad wordt opgevangen en via de goten en pijpleidingen in de kas naar de wateropslag in de twee afdelingen geleid. Deze bassins (van 2 x 600 m³) liggen in de grond onder de tafels en zijn 1 meter diep. Voor de duidelijkheid: het recirculerend drainwatersysteem is gescheiden van dat van het regenwater. Te veel aan regenwater wordt naar de silo’s gepompt. Als er te weinig is wordt het via de silo’s aangevuld.
De oostkant is direct aangesloten op de silo’s. De capaciteit hiervan is 2.700 m³ (3 x 900 m³). Mocht er te weinig regenwater zijn, dan wordt osmosewater toegevoegd. Dit wordt uit de bodem gehaald en gefilterd. Dat betekent dat er dan ook niets meer inzit. Zo puur is het opgevangen regenwater nooit. Veens: “Regenwater kan vervuild zijn geraakt door kalk dat van de daken slijt en algengroei vanuit het bassin. Zeker in de zomer kan de pH daardoor oplopen.’’

Werkwijze conditioner

Om de spuittank (1.000 l) te vullen, sluit Geuzebroek de slang aan op een aftappunt van de pijpleiding. “Ik vul de spuit tot de helft en meet dan de pH. Daarna voeg ik de waterconditioner toe, 100 ml per 100 l, en roer de vloeistof. Daarna maak ik de spuitvloeistof klaar en vervolgens vul ik de tank af.” De pH van het regenwater schommelt tussen de 5,8 en de 7. De beste pH om te spuiten ligt tussen de 5 en de 6.
Vermeer vult aan dat de strookjes waarmee Geuzebroek de pH meet zeer betrouwbaar zijn, ook al meten ze niet op een tiende nauwkeurig. “Er zijn ook geijkte pH meters, maar die moet je dan wel weer op tijd laten controleren. De stikkies liegen niet.” Wanneer remmiddelen of fungiciden worden gespoten voegen de teeltmanagers geen conditioner toe.

Hard leidingwater

De keus om regenwater (bassinwater) te gebruiken als uitgangswater voor gewasbescherming is niet voor niets. Er zijn collegatelers die uitgaan van leidingwater of dit bijmengen. Ook bij het gebruik van een spuitboom met Dosatron wordt er vaak leidingwater gebruikt om het tankje van de doseerpomp te vullen. De pH hiervan ligt in het algemeen tussen de 7 en de 8,5.
“Bij leidingwater is er een extra risico namelijk de hardheid”, aldus Vermeer. “Het bevat calcium- en magnesiumionen die een reactie aangaan met de werkzame stof waardoor de werking van het middel minder wordt. De waterconditioners met een werking op hardheid vangen de calcium- en magnesiumionen af en dienen als eerste toegevoegd te worden.”

Spuittechniek

Terug op kantoor discussieert Geuzebroek over de invloed van de spuittechniek. Ook die wordt steeds belangrijker. Met contactmiddelen aan de onderkant van het blad komen is bij potplanten lastig. “Dan zou ik de planten omverblazen. We werken nu met uitvloeiers om het middel zo goed mogelijk te verdelen, maar technische innovaties zijn welkom.”
Met een spuitpistool of lans op de spuit probeert hij een maximaal resultaat te halen. De verdeling is een kwestie van loopsnelheid. Bij insecticiden is 50 liter per baan van 150 m gebruikelijk. Overigens is het wel zaak dat de 1.000 litertank binnen redelijke tijd wordt leeggespoten. “Als het water opwarmt, en in de zomer kan dat wel tot 40 graden zijn, heeft dat ook invloed op de halfwaardetijd en dus op de effectiviteit.” Het water warmt ook op door het rondpompen ervan.

Tekst en beeld: Marga van der Meer