Nederlandse tuinbouwproducten zijn onderscheidend qua gezondheid, smaak, duurzaamheid, versheid én betrouwbaarheid, zo stelde Jan de Ruyter, sectormanager Groente van ABN AMRO tijdens de presentatie van de visie van de bank op agrarisch en food. “Die kwaliteiten leiden uiteindelijk tot een meer stabiele prijsvorming, vanwege de vraag van retailers naar kwaliteit en duurzaamheid. De toenemende interesse voor verse groente geeft de sector een extra impuls.”
‘Groente is hot’, stelde De Ruyter, die dat onderbouwde met trends als urban farming en de moestuintjes van AH. “Initiatieven waarbij telers overigens nauwelijks betrokken zijn.” Hij constateerde verder een stijgende productie, maar een – ondanks de vele aandacht – dalende consumptie. Met een schematisch overzicht van de productstromen van producenten/telersverenigingen, via handelsbedrijven naar de Duitse retail, legde De Ruyter de vinger op de zere plek; een ondoorzichtige wirwar van lijnen, die de versnippering symboliseerde. Zijn advies aan de Nederlandse telers is derhalve om onderscheidend te blijven, kennis te delen en helder te communiceren over kwaliteit en duurzaamheid. Wachten op meer regie, of zelfs ketenregie, deed hij af als een utopie.
Kijkend naar de Europese foodmarkt valt op dat voeding ook in bredere zin stijgt op de interesseladder van de consument. Tweederde van zijn voedingsproducten koopt de Europeaan bij retail en gespecialiseerde detailhandel. Het out of home kanaal is goed voor eenderde. Opvallend is dat de Nederlandse consument, in verhouding tot vrijwel alle andere EU-landen, nog steeds het minste betaalt voor een supermarktwagentje vol boodschappen. Die consument wordt daarnaast ook steeds kritischer. ‘Het eten ligt onder een vergrootglas’, constateert de bank. In de media-uitingen van de grote foodmultinationals is het momenteel steeds vaker de vraag: waar stopt verleiding en start misleiding?’
Tekst en beeld: Roger Abbenhuijs