Holstein Flowers werkt dit seizoen voor het eerst sinds de winter met insectengaas. Een voordeel is dat het de Turkse mot buiten de kas houdt, althans: dat was de bedoeling. Maar dit voorjaar kwam die plaag toch met het plantmateriaal weer binnen. “We begonnen dit jaar dus helemaal schoon, tot aan de teeltwisseling. Dat blijft een risico”, aldus Hans van Holstein.

Sinds vorig jaar heeft Holstein Flowers op locatie Futura in De Lier (4,5 ha) het insectengaasfilter van SchermNed geïnstalleerd, omdat de Turkse mot door het uitdunnende middelenpakket steeds moeilijker te bestrijden is. Ook de luchtramen in de verwerkingsruimte zijn voorzien van gaas. Verder kregen alle toegangsdeuren van de kas ventilatoren en de toegangsdeuren van de verwerkingsruimte een tochtsluis. Alles om te voorkomen dat de motten naar binnen kunnen vliegen.

Besmet plantmateriaal

Daarom was het zuur om te constateren dat na de teeltwisseling toch weer Turkse mot werd gesignaleerd. Oorzaak: besmet plantmateriaal. “Je kunt dan twee dingen doen: relatief mild behandelen of de rupsen direct chemisch bestrijden om ervoor te zorgen dat die plaag zich niet verder kan ontwikkelen in de kas. Wij kozen voor het laatste. Na een aantal weken nam de plaagdruk gelukkig weer af en staat die nu eigenlijk weer op nul. Wij hebben een zero-tolerance beleid. Omdat we gewoon weten: elke bevrucht vrouwenmotje kan 100 tot 150 eitjes leggen, dus er hoeft maar één bevrucht vrouwtje naar binnen te vliegen en dan is het weer feest.”

Herhaling voorkomen

Van Holstein monitort de plaag met een PATS-C-camera en blauwe lampen, waarbij de motten wekelijks worden geteld. “Ook nu we afgegaasd zijn blijven we dat gewoon doen. De camera is puur indicatief. Het voordeel van die lampen is dat als er een mot tegenaan vliegt je hem ook gelijk hebt. Maar we hebben het probleem nu onder controle. Sinds dit voorjaar hebben we nagenoeg geen middelen hoeven gebruiken ter correctie van de rupsen van de Turkse mot, alleen na de teeltwisseling. Dat was jammer en vervelend, maar daar gaan we nog wel over in gesprek met de plantenkwekers. Die hebben wel wat behandelingen tegen de Turkse mot gedaan, maar de vraag is: is het probleem misschien te laat bij hen geconstateerd of is er te mild ingegrepen. Er lopen nu gesprekken met teeltvoorlichters en plantenkwekers over wat we hadden moeten doen en wat we volgend jaar moeten doen om herhaling te voorkomen.”

Biologie profiteert

Het gaas houdt niet alleen de Turkse mot tegen, maar ook wantsen. “Je ziet bijvoorbeeld de wants Nezara uit de groenteteelt ook in de gerbera’s opkomen. Die houden we nu ook tegen. Wat luis betreft: het zal best wat buitenhouden, maar er komt nog steeds luis binnen, dat weet ik zeker. Witte vlieg en trips worden ook gedempt, maar 100 procent garantie op die kleine insecten heb je met gaas niet.”
Voorheen moest Holstein tegen de rupsen elke vijf dagen een rondje spuiten. “Dat deden we met bacteriepreparaten, wat vrij milde middelen zijn, met een korte werkingsduur. Het nadeel daarvan is dat de biologische bestrijders het vervelend vinden als je over het gewas heen spuit. Dan krijgen ze ook een tik. Doordat wij nu niet meer elke vijf dagen hoeven te spuiten krijgen de andere biologische bestrijders veel meer ruimte om zich te ontwikkelen. We zien dat ook aan de andere plagen: die zijn deze zomer best goed onder controle gebleven door de biologie. Hoeveel dat bespaart is moeilijk uit te drukken in een percentage of in geld, maar wij zien het wel als een extra plus als gevolg van het afgazen.”

Klimaat optimaliseren

Holstein koos voor het insectengaasfilter van SchermNed, omdat eerdere ervaringen met het harmonicasysteem (tussen 2003 en 2008) bij hen negatief uitvielen voor het ventilatievoud. “Gelukkig is de techniek sindsdien verbeterd, ook van harmonicagaas. Het nadeel daarvan is: het zit buiten. Dus op een regenachtige dag wordt het vochtig en klam. Het insectengaasfilter heeft minder last van de buitenomstandigheden. Je hebt daardoor minder snel last van vervuiling.”
Toch heeft het gaas wel effect op het kasklimaat. “We merken dat in vergelijking met onze andere locatie het ventilatievoud door het afgazen is afgenomen, waardoor de kas op warme dagen minder snel afkoelt. We moeten dus meer luchten in de kas met gaas. Dat is wel een nadeel. Wij zijn daarom bezig met een proef met hogedruknevel. Chrysantentelers zeggen vaak dat als je gaat afgazen je ook nevel moet ophangen. Ik zeg niet dat dat moet, maar wij zijn wel aan het onderzoeken of we daarmee het klimaat kunnen optimaliseren.”

Vervuiling voorkomen

Om vervuiling te voorkomen moet het gaas jaarlijks worden gereinigd met een hogedrukspuit. Van Holstein: “Net als het kasdek moet je ook het gaas schoonhouden, het vraagt echt onderhoud. We zijn daarover met de leverancier in overleg. We gaan kijken of en hoe we dat zelf gaan doen. Met een bepaalde raamstand gaan we proberen water van binnen naar buiten te spuiten. Het gevaar is alleen dat je bij een te hoge druk het gaas beschadigt.”
Regelmatig onderhoud is dus nodig, minimaal één keer per jaar. “Een tijdje geleden hebben we ook alle gaaszakken nagelopen, er kan altijd wat los zitten of beschadigd raken. Dat blijven we regelmatig doen. Het is niet zo dat je gaas kunt ophangen en daarna achterover kan gaan leunen. Hetzelfde geldt voor de deuren. Wij verwachten dat het gaas 10 tot 12 jaar mee moet gaan. Er zijn nog geen telers die het al zo lang hebben liggen, dus we moeten dat afwachten.”

Bijdrage aan vergroening

Van Holstein ziet wel dat steeds meer collega’s insectengaas gebruiken. “Het begint steeds meer standaard te worden. Insectengaas draagt zeker bij aan de vergroening die wij met Gerbera Nederland aan het doen zijn. We hebben steeds minder gewasbeschermingsmiddelen, moeten daarom groener werken en steeds meer werken met biologie. Het is gewoon een grote puzzel en gaas is een van de puzzelstukjes. Helaas moet je klimatologisch wat concessies doen, maar op het gebied van gewasbescherming ga je echt een stap vooruit.”
Dus je advies aan je collega’s is: doen? “Dat vind ik een beetje voorbarig. De ene tuin hebben we nu afgegaasd, maar de andere moeten we nog doen. Wij willen eerst meer grip op het klimaat krijgen, maar ontkomen er haast niet aan om ook de andere kwekerij met gaas in te richten. Het is ook best prijzig. We hebben de kosten daarvan weten te drukken door een deel − 800 van de 2.400 luchtramen − zelf te doen. Dat verliep eigenlijk prima. Momenteel ligt de focus op energie en belichting. We stappen in week 40 over op full LED. Dat is weer een heel nieuwe uitdaging.”

Tekst: Mario Bentvelsen