Paprikateler Johan Janssen uit Pijnacker maakte enkele jaren geleden bewust de stap naar weerbaar telen. Met name het optimaliseren van het bodemleven rondom de wortels had zijn aandacht. Hoewel hij de ontwikkelingen op dit vlak nog steeds volgt (zie Onder Glas september pagina 58-59), is hij zelf weer terug bij de gangbare teelt. “Het draaide goed, maar toen ik vanwege het wegvallen van restwarmte het Milieukeurmerk niet meer mocht voeren, haakten afnemers af.”

Het was een mooi concept, zo kijkt hij terug. “Het draaide goed en voor de paprika’s met Milieukeur bleek wel degelijk belangstelling te zijn. Toen de buurman geen restwarmte meer kon leveren, voldeed ik echter niet langer aan de richtlijnen voor het keurmerk en ben ik teruggegaan naar de standaard teeltwijze.”
Zijn duurzame teeltwijze op kokos haalde weliswaar de Telegraaf, maar kostte Janssen bovenmatig veel energie. “Zonder keurmerk kreeg ik daar feitelijk niks voor terug. Door keuzes die ongunstig uitpakten bleef de productie ook nog eens achter bij de verwachtingen.”
De keuze destijds maakte de teler niet puur uit idealisme, maar ook om economische reden. “De banken gaven signalen af dat alleen grote paprikabedrijven, of bedrijven met toegevoegde waarde een toekomstperspectief hadden. Ik koos voor het laatste.”
Ondanks begeleiding door enkele adviseurs constateert Janssen nu dat hij te hard van stapel is gelopen en steeds verder van de gebaande paden raakte. “Ik was eigenlijk teveel met het bedrijf bezig, maar dat betaalde zich niet terug. Jammer, want mijn klanten waren enthousiast, maar alleen toen het onderscheid aantoonbaar was middels een keurmerk. Nu teel ik weer het gangbare product. De prijzen zijn niet hoog, maar de teelt gaat bijna vanzelf.”

Roger Abbenhuijs