Synthetische gewasbeschermingsmiddelen staan milieudoelstellingen in de weg en de beschikbaarheid ervan neemt snel af. Als bedrijf moet je hier iets mee, of je nu wil of niet. De vraag is: hoe ga je op zoek naar een goed alternatief, waar begin je? Hoe maak je een doordachte keuze uit de wildgroei aan middelen?

Door vanuit een geïntegreerde teeltstrategie de verschillende basisstappen door te nemen, kom je al snel verder op een goed spoor richting een nieuwe, duurzame toekomst waarbij de zogenaamde rode vlaggen (‘red flags’) worden vervangen door een doordachte combinatie van aanvullende en nieuwe maatregelen waarmee nog steeds een goede productie is te behalen.

Start vanuit een gezonde basis

Om bedrijven hierin op weg te helpen, probeer ik eerst een overzicht te maken van alle ingrediënten die deel moeten uitmaken van een gezonde plantenvoeding. Van hieruit kunnen we verder bouwen aan een uitgebalanceerd nieuw dieet op basis van natuurlijke voedingsstoffen. Ook kijken we naar de werkingsmechanismen van een synthetisch middel om gericht naar alternatieven te zoeken, want sommige middelen bieden ook extra ondersteuning om bepaalde stressmomenten in een teeltfase te overbruggen. Bijvoorbeeld om wortelgroei te herstellen na een piek met plantbelasting en afstervende wortelpuntjes. Diverse biostimulanten bevatten plantenhormonen, zoals auxines die de wortelgroei stimuleren of er zitten stofjes in waardoor de wortelgroei wordt aangezet. Dit zijn bij uitstek goede alternatieven om dit soort stressmomenten te ondersteunen.

Kijk kritisch naar teeltsysteem en waterkwaliteit

De makkelijkste maatregelen om meer luchtbeweging en minder vocht tussen je gewas te krijgen, kan soms al zijn om de plantafstand te vergroten. Hiervoor is geen nieuwe innovatie nodig of een nieuw middel met een werkzame stof. Het wordt niet snel gedaan uit commerciële overwegingen, maar als correctiemiddelen wegvallen, is het wel een hele effectieve maatregel. Ook een kritische blik op de manier van watergeven en waterkwaliteit kan helpen om de water/zuurstof balans in het substraat te verbeteren en uitval door substraatschimmels te voorkomen.

Verbeter de stikstofopname

Een volgende stap kan zijn om de nutriëntenopname van planten te verbeteren en te kijken waar met organische stikstof de plant gestimuleerd kan worden om efficiënter met zijn nutriënten om te gaan; ‘meer met minder’. En hierbij snijdt het mes aan twee kanten. De plant heeft hiervoor ook de hulp van microben in het substraat nodig. Om deze hulptroepen zo goed mogelijk voor zich te laten werken, deelt de plant koolstofbronnen en suikers en in ruil hiervoor krijgt de plant meer stikstof en fosfaat door een actiever wortelnetwerk. Tegelijkertijd helpen de microben de diversiteit in het substraat te verhogen en krijgen ziekteverwekkers minder kans.

Kiemtesten met tuinkers

Maar hoe weten we nu of het werkt? Met hulp van studenten heb ik een eenvoudige kiemtest met tuinkers opgezet en ondertussen al verschillende biostimulanten getest. In een korte test van twee weken worden verschillen in gewasgroei al snel zichtbaar doordat tuinkers een snelgroeiend gewas is. Door zelf aan de slag te gaan met producten en de verschillen visueel te maken, winnen producten aan geloofwaardigheid en kan er verder gebouwd worden aan kennis over optimale combinaties van producten die elkaars werking kunnen versterken.

Tekst: Jantineke Hofland-Zijlstra, Weerbare Plant