Freesiatelers Peter en Pieter Hofland uit Maasdijk doen er veel aan om hun klimaat goed te regelen. Ze meten op verschillende hoogtes binnen en buiten de kas en hebben onder andere geïnvesteerd in middelen die het inzicht in het klimaat verbeteren en daarmee de mogelijkheden om te sturen. Doel van deze maatregelen in het kader van Het Nieuwe Telen is niet om energie te besparen, maar een beter klimaat. En dat moet weer leiden tot vitale, gezonde planten en minder verschil tussen de bedden.
Hofland Oranjepolder is een echt familiebedrijf geleid door Peter, Gerda en hun zoon Pieter. In 2001 verhuisde de ondernemer van Honderdland naar de huidige locatie in Maasdijk en bouwde een kas van 11.000 m2. Rond de tijd dat zoon Pieter in het bedrijf kwam, in 2011, bouwden ze er 6.000 m2 aan. Er ligt nog 1 ha grond voor een mogelijke uitbreiding in de toekomst.
De planning van de freesiateelt doet wat denken aan die van chrysanten. Bed voor bed worden de knollen wekelijks geplant. Vóór de nieuwe teelt wordt de grond gestoomd. De teeltduur is zes maanden. Aan het einde van de teelt worden de knollen gerooid en na preparatie weer gebruikt in een vervolgteelt.
Het bedrijf is aangesloten bij telersvereniging Unicum Freesia, die dit jaar twintig jaar bestaat en de belangen behartigt van dertien telers. In overleg hebben de telers ervoor gekozen om tweederde witte en eenderde gele rassen te telen. Ongeveer 60% is dubbelbloemig.
Het Nieuwe Telen
Op de vraag wat ze doen met Het Nieuwe Telen, kijken vader en zoon wat bedenkelijk. Er zijn geen kaskoelers en luchtslurven in het bedrijf. Zo’n grote investering zou weinig opleveren in de weinig energiebehoeftige freesiateelt. Het gemiddelde verbruik ligt rond de 20 m3 per m2 per jaar. Stomen is daarbij de grootste energieverbruiker.
Volgens hun teeltadviseur Hans Pronk is er geen reden voor hun terughoudendheid. Sterker nog, ze behoren bij de voorlopers op het gebied van een goede klimaatregeling. De teeltvoorlichter verzorgt samen met collega’s Jan Voogt en Peter Geelen cursussen over Het Nieuwe Telen. “Het is vooral belangrijk dat telers inzicht hebben in wat er in de kas gebeurt op het gebied van het klimaat. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de plant als het raam open of dicht gaat? Welke interacties zijn er? Wanneer moet je een specifieke ventilator wel gebruiken en wanneer beter niet?”
Peter Hofland volgde de voorloper van de cursus Het Nieuwe Telen en zijn zoon een ‘bijscholingscursus klimaat’ om meer kennis op te doen over het klimaat en de teelt.
Klimaatmeting
De telers meten op verschillende plaatsen het kasklimaat. “Op het dak zit een pyrgeometer. We hebben hem aangeschaft toen we een paar jaar geleden een nieuwe klimaatcomputer aanschaften. Een pyrgeometer meet de uitstraling in watt. Met behulp daarvan zagen we dat we onze verduisteringsdoeken te laat dicht doen. Nu weten we dat we dit al 1,5 uur voor zon-onder moeten sluiten”, zegt Pieter. Ook meten ze de RV buiten de kas.
Behalve een klimaatmeetbox beneden kozen de telers ook voor een meetbox, die de temperatuur en luchtvochtigheid boven het scherm meet. “Het verschil met de klimaatbox onderin de kas kan in de zomer zomaar 10ºC zijn.”
Scherming
Het wegschermen van warmte en licht en het voorkomen van uitstraling zijn belangrijke acties om het klimaat stabiel te houden. Sinds vorig jaar laten de telers in het voorjaar een diffuse coating aanbrengen in plaats van krijt. “Het is een lichte variant van ReduFuse, die volgens de fabrikant slechts 5 tot 6 procent weg schermt”, zegt Peter Hofland.
De telers hebben verschillende schermdoeken. Het Harmony zonnescherm maakt het licht diffuus en geeft 50% afscherming. In tegenstelling tot het vroegere LS 15 doek heeft dit doek witte in plaats van aluminium bandjes. Ze gebruiken dit doek om teveel licht weg te schermen.
De grootste investering was het verduisteringsdoek dat de telers 1,5 jaar geleden hebben aangeschaft en niet alleen 98% van de lichtuitstoot tegengaat, maar ook zorgt voor energiebesparing doordat het de uitstraling ’s nachts vermindert. “Met name bij heldere nachten is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het verduisteringsdoek, eventueel in combinatie met het zonnedoek, op tijd dicht gaat. Ondanks een ogenschijnlijk goede kastemperatuur van bijvoorbeeld 8ºC kan de planttemperatuur dan 2ºC onder de kastemperatuur komen”, legt Pronk uit. “We doen nu het doek vaak al anderhalf uur voor zon onder dicht”, voegt Pieter toe.
Zo klein mogelijke vochtkier
De teeltadviseur is geen voorstander van kieren in het doek. “Freesiatelers willen ruime kieren om vocht kwijt te raken. Maar bij een kier van 7 of 8 procent raak je ook warmte kwijt. Dat wil je niet in de winter. Houd een vochtkier zo klein mogelijk om een kouval te voorkomen en voor het verkrijgen van een stabieler klimaat.” Ook vader en zoon Hofland houden niet van ruime kieren. De teeltvoorlichter gebruikt een mobiele warmtebeeldcamera om zijn klanten inzicht te geven in het energieverlies.
Sinds ruim twee jaar zitten er om de 35 meter plastic nokschotjes bovenin de kas, bedoeld om luchtstroming boven het doek tegen te gaan. Een bed is 70 meter. Peter Hofland: “In het verleden was het verschil voor en achter in de kap 3 tot 4ºC. Je zag dat de freesia’s achterin verder in hun ontwikkeling waren, terwijl wij graag willen dat het klimaat gelijk is. Door de nokschotjes is het temperatuurverschil kleiner.”
Luchtbeweging
Onder het doek hangen Nivolatoren. Bij de nieuwbouw van het laatste deel is de hele tuin voorzien van deze ventilatoren die de lucht in verticale richting mengen. “We hadden last van Botrytis en breekstelen in de koudere maanden en hoopten dat we door de luchtbeweging een actiever klimaat zouden krijgen”, geven de freesiatelers aan.
De ventilatoren gaven in eerste instantie eerder meer dan minder problemen. Pronk zag aan infraroodmetingen in een proef bij freesiateler Marcel Tesselaar, dat de verticale ventilatoren langs en door het doek koude lucht van bovenin aantrekken. Het gewas wordt daardoor 3ºC kouder dan de omgevingstemperatuur met als gevolg het nat slaat van het gewas en breekstelen door het stoppen van de verdamping. Daardoor liep de vochtspanning in de plant te hoog op. Dit leverde inzicht in het probleem bij Hofland.
“Omdat de ventilatoren nieuw zijn, heb je de neiging om ze voortdurend te gebruiken. Nu doen we dat van september tot eind november als het klimaat dood en bedompt is en de ramen gesloten blijven. In november en december, als de buitentemperatuur laag is, krijgen de planten het te koud en werkt het averechts. Nu met het dubbeldoek is het probleem ook verkleind, omdat het onderste doek een hogere temperatuur heeft dan bij het enkele en open zonnedoek dat in de beginjaren werd gebruikt.“
Nevelleiding
De telers hebben een hogedruk nevelleiding aangeschaft voor het op peil houden van de luchtvochtigheid en het koelen van de kas. Freesia reageert zeer positief op hogere RV. Dit blijkt volgens Pronk ook uit het groeimodel freesia van Wageningen UR.
In het oudste deel hebben de leidingen een capaciteit van 0,5 liter per m2 per uur en zijn de doppen 40-50 micron. Het voordeel daarvan is dat je de kastemperatuur met extreme zomerse dagen met 7ºC kunt verlagen ten opzichte van de buitentemperatuur. In het nieuwe deel is de capaciteit 0,33 liter en zijn de doppen 3-5 micron. De nieuwste nevelleiding voldoet 95% van het jaar. De telers zouden nu kiezen voor de fijnere doppen met een hogere capaciteit.
Volgens de teeltvoorlichter zouden de telers nog een plantthermometer aan kunnen schaffen. “Nu maak ik met mijn infraroodcamera een foto om te laten zien waar de warme en koude plekken in de kas zitten. Dit is een momentopname. Je kunt zien of de planttemperatuur boven of onder het dauwpunt zit. Met een planttemperatuurmeter heb je een continu beeld en kun je het klimaat zo sturen dat je condensatie op de plant en daarmee Botrytis voorkomt”, is het advies van Pronk.
Samenvatting
Freesiatelers Peter en Pieter Hofland besteden veel aandacht aan een optimale klimaatbeheersing. Ze meten de uitstraling met een pyrgeometer en het klimaat met boven en onder in de kas. Ze hebben geïnvesteerd in het wegschermen van licht en warmte, in een goede luchtbeweging, luchtbevochtiging en klimaatmeting.
Tekst en foto: Marleen Arkesteijn