De maand juli was – wat betreft het weer – vrij wisselvallig. De hoeveelheid licht heeft zeker de laatste weken een grote rol gespeeld in de vaak mindere producties ten opzichte van de normale lichtcijfers voor deze periode van het jaar. Bij de traditionele teelten zijn de resultaten van de derde teeltronde heel divers. De eerste telers wisselen al vaak half juli, terwijl er ook telers zijn die pas tussen 15 en 20 augustus gaan planten. Bij de hogedraadteelt is ondertussen iedereen weer aan het produceren.
Ook bij de teelt aan de hogedraad zijn best grote verschillen zichtbaar, afhankelijk van de gekozen rassen en het aantal planten per vierkante meter. Virus op de tuin, of zekerheid inbouwen op gebied van eventuele virusinfectie op de tuin, heeft een aanzienlijk aantal telers doen besluiten om virusresistente rassen te gaan telen.
Voldoende selectiviteit
Opvallend zijn de grote verschillen in het aantal planten per vierkante meter, vaak afhankelijk van de rassenkeuze en het tijdstip van planten. Enkele telers hebben met kleinbladige types 3,3 – 3,4 stengels /m² geplant en halen vaak om-en-om blad weg, mits er voldoende scheutgroei, kopdikte en LAI in de kas aanwezig is. Op deze manier kunnen telers arbeid besparen, omdat ze later onderin het gewas geen blad hoeven weg te halen.
Plantingen vanaf ongeveer 5 tot 10 juli zijn vaak met 2,25 – 2,4 stengels geplant. Dit gebeurt met name bij de meer grootbladige en grovere rassen. Bij plantingen met > 2,8 – 3,4 stengels moeten telers ook weer tijdig terug gaan in stengels om voldoende selectiviteit op de vruchten te houden. Streef naar een uitgroeiduur van de vrucht van niet langer dan 14 tot 18 dagen de komende weken, dit alles om een goede kwaliteit te realiseren.
In balans
Advies is verder om bij het minder goede weer maximaal snelheid op de vruchten te houden. Etmalen van minder dan 20 graden C zijn niet ideaal. Houd in de hogedraad de kop en scheut sterk. Een goede gewasregistratie is hierbij van essentieel belang om bladafsplitsing, LAI, vruchtaanleg, uitgroeiduur vruchten en plantbelasting in beeld te krijgen. Op deze manier houd je de plant in balans. Een goede database opbouwen, kan vaak helpen om in de toekomst betere resultaten te bereiken.
Te vaak is te zien dat er te veel vruchten worden aangehouden, waardoor abortie en daarbij ook vaak problemen met vruchtkwaliteit ontstaan.
Minder stengels
Vanwege het tegenvallende weer de laatste weken moeten telers serieus overwegen of bij de kassen met te veel stengels eerder dan gepland moet worden overgegaan naar minder stengels. Vaak is dit tussen 1 en 15 augustus (afhankelijk van ras en stand van gewas). Om een goede balans in het gewas te houden, is de beste methode om alleen de planten te toppen die er tussenuit moeten en de planten die moeten blijven staan normaal te behandelen. Eventueel opletten met blad in de kop weghalen.
Bij de grovere rassen kan worden overwogen om bij alle planten de kop weg te halen en dan met het gewenste aantal stengels door te gaan. Advies is om dit systeem alleen uit te voeren bij een sterke scheut die snel gaat doorgroeien en normaal te blijven doorsnoeien wat betreft vruchten. Een gat bij de overgang naar de nieuwe scheut is onvermijdelijk.
Sterke celopbouw
Terugkijkend naar de afgelopen weken blijkt Mycosphaerella aantasting in de vruchten en stengels toch weer een probleem. Door de beperking van Aaterra-toepassing zijn ook meer problemen met Pythium te zien. Om dit met de toegestane middelen onder controle te krijgen, is het ook belangrijk om eens kritisch naar de watergift te kijken. Zeker bij enkele gebruikte rassen in de praktijk is er een verhoogde kans op Pythium. Probeer de komende periode aan sterke celopbouw te werken, waardoor problemen met schimmels in de herfst vaak worden verminderd.
Tekst: Peter Schreurs, Tuinbouwadviesbureau Innocrop Consulting
