Als bestuurder van een warmtecoöperatie in mijn regio ben ik nauw betrokken bij de energietransitie in de glastuinbouw. Want dat we ons op de toekomst moeten voorbereiden staat buiten kijf. We onderzoeken de mogelijkheden van geothermie, maar de temperatuur van de bron is lager dan in andere regio’s. Op dit moment is het perspectief nog niet goed. Zo onder de rook van Rotterdam zijn we ook druk met de warmterotonde, die warmte uit de havens naar onze bedrijven moet gaan brengen.
Die warmterotonde zet me aan het denken. Ten eerste heb ik geleerd dat het verplaatsen van warm water veel verliezen oplevert. Hoe groter de afstand, des te lager het rendement. Transportleidingen aanleggen heeft bovendien grote invloed op de infrastructuur en geeft veel onrust. Maar wat me eigenlijk meer dwars zit is dat we op deze manier nog steeds uitgaan van fossiele brandstoffen en daar willen we juist van af. Kortom: we gaan ontzettend veel geld besteden aan het verplaatsen van warm water en lossen er eigenlijk milieutechnisch niets mee op.
Tijdens de verkiezingen heb ik met extra aandacht gelet op de programma’s van de winnaars. Menig partij heeft zijn mond vol van het versnellen van de energietransitie. We weten dat de politiek ons geld geeft om energiezuiniger te telen. Maar versnellen? Dan hebben we nog onvoldoende kennis vergaard van de toekomst in energieland.
Uiteindelijk zullen wij zelf ons ondernemerschap moeten laten zien en met elkaar de handschoen oppakken. Warmtenetten aanleggen is van cruciaal belang om elkaars warmte optimaal te benutten. De volgende stap is per tuinbouwcluster één centraal ketelhuis bouwen, dat de omliggende bedrijven van warmte voorziet met diverse bronnen. Ik sluit elektrische ketels of waterstofcentrales op elektriciteit niet uit. En de WKK’s op onze bedrijven? Die houden we paraat, want ze blijven als ondersteunende bronnen van toegevoegde waarde. Althans, met de kennis van nu.
Maikel van den Berg, zaadteler in Bleiswijk