In de winter telen ze peterselie, in het voorjaar kroten in hun kas van 6.000 m2. Aan deze kleine teelten kan het echtpaar Zoutewelle in Ridderkerk een redelijke boterham verdienen. Ooit verbouwden ze binnen en buiten een groot aantal groentegewassen, maar door de voortschrijdende mechanisering en schaalvergroting was dat voor hen niet meer interessant.
Zo’n vierhonderd meter verderop raast het verkeer langs op de A15, maar op de Pruimendijk in Ridderkerk heerst rust en regelmaat. Dammis (66 jaar) en Gerda (63 jaar) Zoutewelle komen net uit de kas lopen. Tussen het bossen van peterselie door is het om 9.30 uur tijd voor koffie.
Elke doordeweekse ochtend tussen half december en maart zijn ze met z’n tweeën in de kas aan het werk. Zittend op de knieën snijden ze peterselie en binden die tot bosjes van 125 gram samen. In elke krat van 30 x 40 cm passen twaalf bosjes. Zo vullen ze dagelijks tachtig kratten. “We doen het graag, want het is gezellig”, vertelt Gerda Zoutewelle, dochter van een tuinder. Sinds de kinderen groot zijn, biedt ze tijdens de oogst altijd de helpende hand.
Vele groentegewassen
Ook Dammis Zoutewelle komt uit een tuindersfamilie. Zijn hele leven staat in het teken van werken op het land en in de kas. Hij heeft zelfs een gouden jubileum als teler mogen beleven. Toen hij zes jaar was, betrokken zijn ouders het huis aan de Pruimendijk, met een perceel van in totaal 2,1 ha. Op zijn vijftiende ging hij in het bedrijf.
“Mijn vader had destijds een houten kas van 1.800 m2. In de loop van de jaren heb ik telkens een stuk vernieuwd en bijgebouwd. Sinds 2002 hebben we 6.000 m2 kas. We teelden vroeger sla, bloemkool, andijvie, radijs, snijbonen en spitskool. Ook spruiten hebben we jarenlang buiten verbouwd. Daarvoor huurden we zelfs land bij. De oogst was een heel gesjouw met zakken van veertig kilo. Nu zijn er bedrijven van honderd hectare, die alles machinaal doen. Dat houd je niet tegen, maar voor een kleine teler kan de teelt niet meer uit.”
Rechtstreeks leveren
Tien jaar geleden legde de teler zich in de kas daarom helemaal toe op de kleine gewassen peterselie en kroten. Deze keuze is ingegeven doordat er vraag naar is, de gewassen niet te bewerkelijk zijn en langzaam groeien. Ze kozen deze groente niet omdat ze die zelf zo vaak eten, bekent Gerda. “Kroten staan wel elke week op het menu, maar ik heb nog nooit peterselie gebruikt. Ik hoor dat mensen er in een blender gezonde sapjes mee maken samen met bijvoorbeeld kroten en rabarber, maar zo’n apparaat heb ik niet.”
Alle geoogste producten gaan sinds negen jaar naar Duifhuizen groente- en fruithandel in Barendrecht. Elke dag brengt Zoutewelle de tachtig kratten met vers gesneden peterselie met zijn bestelwagen weg. “Voor ons had het geen nut meer om lid te zijn van The Greenery. De eerste 1.500 euro aan omzet betaalden we voor het lidmaatschap, nu is dat bedrag al 3.000 euro. Een keurmeester vertelde ons over Duifhuizen. Die levert vooral aan groentezaken en aan marktkooplui in en buiten Nederland. Hij wilde onze gewassen afnemen; alles kan hij gebruiken. Ook de spitskool, die ik soms buiten verbouw. We krijgen de dagprijs uitbetaald.”
Geen opvolger
Het echtpaar vindt het zo prima, zeker omdat geen van de negen kinderen, die tussen de 27 en 42 jaar zijn, het bedrijf wilde overnemen. “We hebben geen opvolger. Eén van onze zoons heeft wel een paar jaar meegedraaid, maar dat was in een slechte tijd, vijftien geleden. Toen kon hij een goede baan krijgen. Omdat er geen toekomst in het bedrijf zat, heeft hij die baan genomen. De kinderen komen nog steeds graag helpen, hoor. Als de peterselie moet worden gepoot, is dat met een paar man zo gebeurd”, vertelt de teler.
Het planten gebeurt vanaf half september, nadat de teler de grond heeft klaargemaakt door kunstmest te strooien, machinaal te frezen en vervolgens strepen te trekken. Het handmatig poten gebeurt in zes etappes. Elke week is een vak van 1.000 m2 aan de beurt. Aan de teelt hoeft niet veel te gebeuren. Vriest het in de winter, dan gaat er een vliesdoek overheen. Gewasbescherming is vooral nodig voor valse meeldauw, vertelt de teler. “Soms komt ’t wit erin. We spuiten altijd preventief. Maar als het er eenmaal inkomt, krijg je het moeilijk bestreden.” Als alles goed verloopt, oogst het echtpaar peterselie tussen half december en maart. In de vakken die leeg zijn, maakt Zoutewelle de grond klaar voor de zaai van kroten.
Zonder moeilijkheden
Het eerste vak met kroten – aangevuld met aardappelen voor eigen consumptie en huisverkoop – staat vijf maanden tot de oogst, het laatste vak is met het toenemende licht in drie tot vier maanden oogstrijp. Ook die teelt verloopt meestal rustig en zonder moeilijkheden. Luizen zijn de belangrijkste plaag, waarvoor de teler af en toe moet ingrijpen. Dat probleem is redelijk onder controle te houden. “Elke dag leveren we negentig grote kratten af. In elke krat passen twaalf bossen, waarin we drie kroten met het loof aan elkaar binden. De laatste snijden we begin juli. Dan ligt het werk in de kas stil tot september.”
Schoolklassen
Terwijl Dammis vertelt over zijn aanpak, haalt Gerda foto’s tevoorschijn van de verschillende teeltstadia. Die heeft ze gemaakt om schoolklassen uit te leggen wat de teelt inhoudt. De klassen van Lukas en Julian – twee van hun maar liefst 23 kleinkinderen – bezochten de tuinderij van hun grootouders al, vertelt de trotse oma. Een foto van een van die bezoeken stond eens in Onder Glas op de pagina Mensen ‘Onder Glas’. Gerda stuurt trouw haar bijzondere kiekjes op.
“Een bezoek van een schoolklas vind ik leuk om te organiseren. Als je laat zien hoe aardappels groeien, vinden kinderen dat prachtig. Voor alle moeders had ik een tasje met kroten en noten uit de tuin klaargemaakt. De andere klas kwam in de tijd dat we peterselie hadden; die kregen allemaal een potje mee naar huis.”
Ook de huisverkoop doet ze met plezier. Regelmatig komen dorpelingen voor aardappels, kroten, rabarber of bramensap – waarvan de opbrengst naar een ziekenhuis in Israël gaat – aan de deur. “Ze zijn altijd geïnteresseerd in hoe de teelt verloopt. Dat doet ons plezier. Zo lang wij gezond blijven, gaan we door met het bedrijf”, besluit ze.
Samenvatting
Al vijftig jaar zit het echtpaar Zoutewelle in het tuindersvak. De laatste tien jaar telen zij de kleine gewassen peterselie en kroten in hun kas van 6.000 m2. Die brengen ze dagelijks naar groothandel Duifhuizen in Barendrecht. Vanwege de kosten van lidmaatschap was aansluiting bij The Greenery geen optie meer. Half september wordt de peterselie geplant, eind maart volgt de overstap naar de kroten. Dat seizoen loopt tot begin juli.
Tekst: Karin van Hoogstraten. Beeld: Leo Duijvestijn