Het thema van deze maand gaat onder andere over bedrijfsoverdracht. Eerder heb ik al geschreven dat wij net uit dit overnameproces zijn en dat dit soms met horten en stoten is gegaan. Achteraf kun je natuurlijk altijd beter bepalen wat ‘beter’ was geweest. Maar als je midden in een overname zit en de dagelijkse zaken slokken je tijd en energie op, dan is het wel eens lastig om bepaalde emotionele zaken op waarde te schatten. Er spelen namelijk zoveel zaken door elkaar heen, met zoveel diverse uitgangspunten, dat een overname binnen de familie sowieso een kunst is om goed door te komen.
Als ik verhalen hoor van anderen waarbij dit allemaal soepel en probleemloos gaat, dan ben ik best een beetje jaloers. Wij vonden het namelijk juist complex. Er spelen tegenstrijdige zakelijke belangen, marktomstandigheden, investeringen, familiebanden en we wilden ook rekening houden met de zussen die niet in het bedrijf zitten.
Nu we bijna drie jaar verder zijn na de overname, kan ik concluderen dat het een pittige tijd was. Maar ook dat we onszelf rijk mogen rekenen met een familie die elkaar iets gunt. Dit gunnen is voor mij de basis van iedere samenwerking, maar zeker ook van belang bij een overname. Misschien hadden we iets meer professionele begeleiding erbij kunnen gebruiken, maar een proces heeft ook gewoon tijd nodig. Uiteindelijk heeft ieder een goed gevoel eraan over gehouden en dat is het allerbelangrijkste.
Onlangs vernam ik dat het steeds lastiger gaat worden voor bedrijven van onze omvang om overgenomen te worden binnen de familie. Misschien dat het goedkope geld er op de korte termijn nog bij helpt, maar steeds vaker zullen de ouders er langer bij in moeten blijven zitten of zal er een vreemde geldschieter bij in komen. Dat wij ‘gewoon’ volledig eigenaar zijn en onze ouders ons dat gegund hebben, maakt me daarom best wel trots.
Dieter Baas, perkplantenteler in Ens