Sander van Kampen ruilde zes jaar geleden zijn carrière als ICT’er in voor de teelt van een Japanse smaakmaker: wasabi. Als groentje in de tuinbouw, maakte hij het zichzelf niet makkelijk. Er was nog geen wasabi-teelt in Nederland, dus voorbeelden had hij niet. Dankzij wilskracht, zoekmachines en het Nederlandse tuinbouw-ecosysteem lukte het hem. Zes jaar nadat hij de groene start-up Dutch Wasabi oprichtte, is hij genomineerd voor de Tuinbouw Ondernemers themaprijs ‘Nieuwe teelten, nieuwe toepassingen’. En heeft hij de smaak te pakken.

Wasabi, myoga, yuzu, gember; ze komen niet in elk keukenkastje voor, maar liefhebbers smullen ervan en sushi’s kunnen niet zonder. Sander van Kampen teelt deze gewassen. Kleinschalig, onder een paar duizend vierkante meter gehuurd glas. In Naaldwijk en in De Lier. Met hulp van sparring- en financiële partners Joris Elstgeest (Elstgeest potplanten) en Ad van Adrichem (Duijvestijn Tomaten) bouwde hij zijn bedrijf op rondom een exotisch nicheproduct.

Puur natuur

Zijn droom? Meer uitheemse smaakmakers telen op Hollandse bodem, chefs laten zien hoe de lekkernijen gemaakt worden en consumenten bewust maken van wat ze eten. Want wat veel mensen niet weten is dat de wasabi-pasta die ze gratis bij hun sushi’s geleverd krijgen, vaak niet van echte wasabi is, maar een mengsel van mierikswortel, suiker en zetmeel.
Puur en natuurlijk is de trend, daar sluit zijn wasabi op aan. Maar vooral hoopt Van Kampen bij te dragen aan het verminderen van import- en afvalstromen. Want waarom halen we iets van ver als we het ook hier kunnen maken? En waarom gebruiken we alleen de stammen van de planten als we ook de blaadjes, bloemen en stelen kunnen vermarkten?

De aanhouder wint

Wasabi is geen gemakkelijk product. In Japan teelt men het in bergrivieren, Van Kampen op kokos-substraat, in een koude kas zonder belichting. Het duurt minstens achttien maanden voor de wortelstok van de plant geoogst kan worden. Een juiste luchtvochtigheid weegt nauw en goede gewasbescherming is van groot belang omdat het gewas gevoelig is voor plagen, schimmels en bacterie-ziekten.
De eerste teelten mislukten. Met vallen en opstaan maakte Van Kampen zich de teelt eigen, opgeven was geen optie. De ex-ICT’er ziet zichzelf nog steeds niet als ‘tuinder’. Meer als een start-up ondernemer. “Ik denk dat ik dat heb meegenomen uit de IT-wereld: het bouwen van een businessmodel rondom een vernieuwend idee. Sparren met de doelgroep en langzaam opschalen naarmate de bekendheid groeit. Het zal nooit een teelt van hectares worden, dat is ook niet mijn doel. Ik wil niet meer produceren dan de markt aankan.”

Webshop voor consumenten

Van Kampen heeft veel bewondering gekregen voor de tuinbouwwereld. “Het is een hele zoektocht geweest om erachter te komen hoe ik dit product moest telen. Maar het leukste van die zoektocht is wel dat ik erachter kwam hoe groots, innovatief en fijnmazig het tuinbouw-ecosysteem in Nederland is. Adviezen, materialen, concepten, producten; alles wat je zoekt, is beschikbaar en al ergens toegepast. Ik hoop dat ook doorgewinterde telers beseffen hoe waardevol dat is. In zo’n systeem is elke uitdaging slechts een trigger om verder te innoveren.”
Vanwege zijn IT-achtergrond was het voor hem een makkie om ook een webshop op te zetten voor Dutch Wasabi. Daar bereikt hij veel consumenten mee. Naast de wortelstokken van zijn planten, verkoopt hij hier ook producten als gembersap, yuzu-bier en wasabi-mayonaise. Het grootste deel van de productie gaat echter direct naar chefs en naar food exporteurs.

Begin van leercurve

De nominatie voor de themaprijs ‘Nieuwe teelten, nieuwe toepassingen’ kwam voor hem als een complete verrassing. “Ik had dat niet zien aankomen, als nieuwkomer in de sector. Maar natuurlijk vind ik het hartstikke leuk. De jury was juist onder de indruk van het feit dat ik van buiten de sector kom, en daardoor een out of the box mindset heb. En ze vinden het mooi dat ik hiermee een alternatief bied voor import. We gaan het zien. Op 29 maart wordt bekend wie de winnaar is.”
Van Kampen zit niet stil nu hij eindelijk zwarte cijfers ziet en van zijn bedrijf kan leven. “Chefs komen hier graag kijken en zij inspireren ons om nieuwe dingen te proberen. Zoals de nieuwe teelten die we er nu bij doen: yuzu, myoga, gember en curcuma. De komende tijd hoop ik meer exotische citrusvruchten toe te voegen. Yuzu doen we al. Maar in de kas waar die nu staan, is ruimte voor meer. Verder zijn we bezig met het selecteren van betere rassen, qua productiviteit, ziekteresistentie, gevoeligheid voor warmte en kou, maar ook smaak en kleur. We staan pas aan het begin van wat er te leren is.”

Tekst: Astrid Zoumpoulis