In de biologische glastuinbouw vormen wortelknobbelaaltjes een stevige uitdaging. Compost verbetert in het algemeen de bodemweerbaarheid, maar werkt soms ook averechts. Bovendien zijn er interacties met toegevoegde micro-organismen en additieven. Wageningen UR Glastuinbouw heeft een deel van de legpuzzel van de bodemweerbaarheid ingevuld.

Compost kan op zes manieren zorgen voor een betere bodemweerbaarheid, veelal via de activiteit van micro-organismen. Dat is ook de reden dat gestoomde compost weinig effect heeft; door het stomen is al dat microleven om zeep geholpen. De organismen in de compost voeren een strijd met ziekteverwekkers om voedingsstoffen en ruimte. Ze scheiden antibiotica uit of andere stoffen die giftig zijn voor de ziekteverwekkers en versterken de plant zelf.
Verder zorgt compost voor een betere bodemstructuur, een betere chemische balans in de grond en bovendien voeden de nutriënten de plant. Vooral het effect op bodemschimmels is onderzocht. Als er Fusarium, Phytium, Phytophthora of Verticillium voorkomt in de grond, kan compost positief werken voor de bodemgezondheid. Bij Rhizoctonia pakt compost regelmatig juist averechts uit.

Synergetische effecten

Het effect op aaltjes is minder goed onderzocht. Mede om die reden heeft Wageningen UR Glastuinbouw, in opdracht van Topsector Agro & Food en drie biologische glastuinders een aantal combinaties van maatregelen beproefd. “Verticillium en wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne-soorten) zijn de hoofdproblemen op hun bedrijven”, vertelt onderzoeker André van der Wurff. Hij heeft student Jan Paul van der Kolk begeleid, die het onderzoek heeft uitgevoerd.
“Om zo dicht mogelijk bij de praktijk te blijven, hebben we de grond van één van de telers gebruikt, evenals zijn tomatencultivar. We werkten in grote potten, waar we eerst een voorteelt in kweekten om een besmetting in de grond te krijgen. De vraag was: kun je een versterking van de teeltmaatregelen bewerkstelligen”, vertelt Van der Wurff. “Bodemweerbaarheid is een stuk complexer dan een chemische aanpak. Je moet het opbouwen en stapeling van de bouwstenen kan zowel positieve als negatieve effecten hebben. We zochten naar synergetische effecten: meer onderdrukking van aaltjes dan elk van de maatregelen afzonderlijk als je ze stapelt.”

Vier soorten compost

Er zijn vier soorten compost beproefd: jong, oud, houtachtig en champost. Die werden gecombineerd met drie soorten micro-organismen of drie soorten additieven.
Allereerst blijkt dat te rijpe compost averechts uit kan pakken. Waarom dat zo is, is niet duidelijk. Houtachtige compost daarentegen werkt juist onderdrukkend, zowel op het aantal wortelknolletjes als op het aantal jonge aaltjes in de wortel zelf. Waar dat precies aan ligt, is onduidelijk. Van der Kolk noemt de hoge koolstof/stikstof verhouding, het hoge ligninegehalte, de luchtigheid of de zuurgraad als mogelijke oorzaken. Bij toevoeging van Trichoderma werkte de houtachtige compost iets minder goed, maar wel nog beter dan de controle (= geen behandeling).
Verder bleek de combinatie champost en silicium sterker onderdrukkend dan de afzonderlijke componenten. Hier is dus sprake van synergie.

Praktijkproef

Van der Wurff noemt met name de resultaten bij houtachtige compost interessant, omdat het zowel een effect laat zien op het aantal knobbels op de wortels (de zichtbare schade) als de hoeveelheid nakomelingen uit de wortels. “Maar dan moet je de compost niet stomen, zoals in bijvoorbeeld de chrysantenteelt nu soms wel gebeurt. Daarmee maak je het microleven weer dood. Dan kun je juist een felle uitbraak van schimmels krijgen, die geen enkele concurrentie meer ondervinden.”
De teler van wie de grond afkomstig was, voegt inmiddels houtachtige compost toe aan zijn grond. Er loopt nu een praktijkproef op dit bedrijf.

Tekst en beeld: Tijs Kierkels