Zijn interesse voor planten met gezonde inhoudsstoffen leidde Johan Jansen van Scandinavië naar China. Op zijn kwekerij in Zundert barst de theeproductie uit zijn voegen. Zijn ambitie om een eigen merk neer te zetten werd niet altijd begrepen door banken. Crowdfunding daarentegen leverde een netwerk van investeerders op. “Ik ben allang geen teler meer”, geeft hij toe.
Zijn bureaula schuift open. Met een glimlach legt hij de scheurkalender ‘Omdenken’ op tafel. “Dat thema is me op het lijf geschreven”, zegt hij. “Als een van ons even vast loopt, dan vinden we hierin altijd wel een toepasselijke tekst.”
Het is een druilerige, koude dag in januari. De gewassen zijn in diepe rust. Ergens in een verwerkingsruimte klinkt gelach. Met dikke truien aan doet iedereen zijn dagelijks werk. In het kleine, eenvoudige kantoor zit Johan achter de computer, geflankeerd door een waterkoker en theekopjes. Hij test vandaag gefermenteerde thee. Meerdere keren opschenken, ruiken, proeven en op de blaadjes kauwen.
Geen bulkproducten
Wie had ooit gedacht dat de zoon van een tomatenteler uit West-Brabant nog eens tot over zijn oren verliefd zou worden op de teelt van theeplanten? Twaalf jaar geleden zag het er nog heel anders uit. Al tijdens zijn studie aan de HAS voelde hij dat zijn toekomst niet in bulkproducten zou liggen. Voor zijn stage vertrok hij naar Zweden, om met een andere tuinbouwcultuur kennis te maken en kwam terug met de cloudberry, boordevol antioxidanten. “Ik heb een passie voor bijzondere planten. Daar haal ik mijn voldoening uit”, licht hij toe.
Zijn volgende stage bracht hem naar China, waar hij voor Syngenta de plantenkwekersmarkt in kaart moest brengen. Drie weken lang verbleef hij in een dorp waar thee de belangrijkste inkomstenbron was. “Ik was al een theeleut, maar daar heb ik ontzettend veel opgestoken van thee verbouwen tot verwerken en drinken.”
Koude regio’s
Zijn vader ondersteunde hem bij de overname van een bestaande kwekerij in Zundert, waar hij startte met cloudberry (Rubus chamaemoris) en Gaultheria. Gaultheria was noodzakelijk om een financieel fundament onder de onderneming te leggen. Intussen werkte hij aan vernieuwing van zijn assortiment. Zo ontwikkelde hij door de jaren heen bijzondere concepten voor gewassen als Sophora prostrata, Sagina subulata, Gaultheria procumbens, Hebe (Addenda) en Eucalyptus.
Maar de theeplanten lieten hem niet los. Het moest toch mogelijk zijn om in Europa thee (Camellia sinensis) te telen. “Thee groeit in een warm klimaat, maar veel mensen weten niet dat er theesoorten zijn die groeien in koude regio’s van Japan, China en Rusland”, vertelt hij. Daarom zocht hij contact met universiteiten en veredelaars over de hele wereld en verzamelde genetica.
Daarop volgde een traject van acht jaar selecteren. Hij testte de groei van zijn selecties uit op verschillende locaties en grondsoorten in Nederland en op andere plekken in Europa. Inmiddels beschikt Jansen over 130 verschillende soorten, waarvan enkele al geschikt zijn om op te schalen.
Productie en verwerking
In Zundert is inmiddels de slag gemaakt naar professionele productie, in containers en in de vollegrond, onder glas en buiten. Naast planten opkweken en telen voor de consumentenmarkt en voor telers heeft Jansen de stap gemaakt naar productie en verwerking tot thee. “Die twee producten vormen samen een hele mooie mix. Het heeft allebei mijn hart”, legt hij uit.
Thee telen als productiegewas is eigenlijk een hele duurzame vorm van tuinbouw. Het gewas vraagt nauwelijks energie en groeit met de seizoenen mee. In de winter ligt de groei nagenoeg stil. In het groeiseizoen kan er ongeveer twintig keer worden geoogst. Dit kan handmatig, maar de teler heeft een methode ontwikkeld om het gewas te maaien.
Kennis en traditie
Voor het verwerken van de vers geoogste theeblaadjes zocht hij contact met theesommeliers. “Je hebt deze mensen nodig, vanwege hun kennis over smaken, maar ook de geschiedenis, de traditie van thee drinken.” Met theesommelier Anne Adams ontstond de juiste klik. Zij hielp Johan bij de volgende stap.
In een ruimte achter de kwekerij toont hij de kleine theefabriek, met vanuit Azië geïmporteerde apparatuur voor verhitten, rollen, kneuzen en drogen van de blaadjes. Van één en dezelfde plant kun je groene, zwarte en witte thee maken, afhankelijk van het verwerkingsproces. Deze tak van het bedrijf heeft de naam ‘Tea by me’ gekregen. De thee ligt inmiddels onder de merknaam ‘JOAN Dutch tea makers’ – een samentrekking van Johan en Anne – bij Sligro, Plus, Coop en Spar.
Crowdfunding
Na het eerste succes bleek het voor de theemaker niet eenvoudig om op te schalen. “Het was lastig om ons verhaal duidelijk te maken aan geldverstrekkers. De bank zag geen brood in onze plannen, vertelt hij. In 2018 trok hij daarom de stoute schoenen aan en startte een crowdfundingsactie. Na een korte campagne wist hij een bedrag van € 271.600,- binnen te halen en investeerde in een biologisch theeveld en een verwerkingsruimte.
Jansen: “Vanuit onverwachte hoek deelden mensen mijn enthousiasme. Dit zijn mensen die vooral naar de langere termijn kijken en me naast financiële middelen ook aan de juiste contacten helpen. Dit investeerdersnetwerk wil juist dat we het telen gaan uitbreiden.” Na de actie kreeg hij uiteindelijk ook steun van de bank.
Uitbreiding
Het succes begint zich voorzichtig af te tekenen. Nu zijn thee in het schap ligt neemt de vraag toe. Jansen heeft plannen om de productie van thee uit te breiden, niet alleen op de eigen kwekerij maar ook samen met partners. Dus wie dit concept aanspreekt kan dat zeker laten weten.
Terugkijkend ziet hij welk nut dit kronkelige pad heeft gehad. “Ik word nu omringd door mensen die willen dat we vooruitgaan. Deze reis is belangrijk geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling.”
Tekst en beeld: Pieternel van Velden