Datagestuurd telen wint steeds meer terrein bij EveryD Flowers. Zo werkt het bedrijf al enkele jaren met sensoren en thermische camera’s. Dit levert met name relevante informatie op over de blad- en bloemtemperatuur en over de temperatuur boven de schermdoeken. Op basis hiervan wist Hen Groenewegen het kasklimaat in de afgelopen jaren verder te optimaliseren en is onder meer Botrytis beter beheersbaar.

EveryD Flowers, met drie vestigingen in De Lier en Naaldwijk, is al enkele jaren actief bezig met datagestuurd telen. De eerste stappen werden begin 2021 gezet, met de investering in microklimaatsensoren en Stomata-camera’s van Sigrow. Inmiddels is op iedere vestiging een camera plus een set met sensoren in gebruik.
“De microklimaatsensoren, die op bloemhoogte en tussen het gewas zijn geplaatst, geven onder meer inzicht in de blad- en bloemtemperatuur, de RV en de hoeveelheid PAR-licht”, vertelt Hen Groenewegen. Hij is één van de eigenaren van het 12 ha tellende bedrijf. “De thermische camera’s meten de gemiddelde blad- en bloemtemperatuur en geven informatie over hoe ver de huidmondjes open staan en hoe actief het gewas is.”

Gevarenzone

Met name de informatie over de gewastemperatuur is waardevol voor de teler. “Hier doen we het meeste mee. Ik houd onder meer in de gaten of de gewas- en bloemtemperatuur niet te dicht bij het dauwpunt komen. Dan bestaat immers het risico dat het gewas natslaat en kan Botrytis ontstaan. Wanneer we in de gevarenzone dreigen te raken, ondernemen we actie. Door extra buiswarmte in te brengen, de schermdoeken verder dicht te trekken, enzovoorts.”
Het feit dat het bedrijf in de afgelopen jaren overstapte van SON-T naar LED-belichting brengt volgens Groenewegen nog extra uitdagingen met zich mee. “Doordat we de stralingswarmte van SON-T missen, warmt de plant minder op en komen we eerder in de buurt van het dauwpunt.”

Balanceren

De informatie over de gewas- en bloemtemperatuur benut Groenewegen ook om te kijken of het gewas voldoende blijft verdampen. “Afhankelijk daarvan bepalen we hoe groot de kier in het schermdoek moet zijn. Dat is continu balanceren: je wilt niet te veel energie kwijtraken, maar de omstandigheden voor het gewas wel optimaal zien te houden.”
Om het kasklimaat beter onder controle te houden, investeerde de ondernemer vorig ook in twee losse sensoren die de temperatuur boven de twee schermdoeken meten. “Wanneer het schermdoek koud is, krijg je uitstraling richting het gewas. En dat is logischerwijs negatief voor de gewasgroei. Dan is het zaak om een kiertje te trekken, zodat er wat warme lucht boven het scherm komt en de temperatuur daar omhoog gaat.”

Meer grip op Botrytis

De teler vindt het lastig om hard te maken wat het telen op basis van temperatuurdata precies oplevert. “Maar dat het resultaat heeft, staat voor mij buiten kijf. Het is niet zo dat we geen last meer hebben van Botrytis, maar ik heb wel het idee dat we het beter onder controle hebben. Ik heb er meer inzicht in en grip op. Datzelfde geldt voor het kasklimaat. Dat is verbeterd en dit draagt positief bij aan de gewasgroei en -kwaliteit. Ik zou de sensoren en de thermische camera’s niet meer kunnen missen. Ze vergden wel een investering, maar je krijgt er ook behoorlijk wat voor terug. En we blijven leren. Ik ben ervan overtuigd dat er nog veel winst te boeken is.”
Op basis van de inzichten die de data hem verschaffen, verwacht Groenwegen ook dat investeren in ontvochtiging op termijn nodig is. “Dat zal noodzakelijk zijn om het vochtgehalte écht goed onder controle te krijgen, ook op langere termijn.”

Aanpassing watergift

Recent investeerde de teler ook in een weegschaal van Sigrow, waarmee tegelijkertijd het gewicht van 28 planten kan worden bepaald. Dit geeft inzicht in de wateropname en de intering in de nacht. “Deze tool heeft ons laten inzien dat we te veel water gaven; we zijn wat dit betreft dan ook gaan minderen. Hierdoor is de gewasgroei verbeterd. Deze investering heeft dus absoluut meerwaarde. Aanvankelijk werkten we op slechts één van onze locaties met deze weegschaal, binnenkort gaan we deze ook gebruiken op onze andere tuinen.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke