Heerlijk effe een rondje door de kas om te kijken hoe de gewassen erbij staan, wie kent dat niet? Bijna elke dag wil je de groei goed in de gaten houden. We hebben dus best een bijzondere relatie met het gewas, want het moet nu eenmaal wel een kwalitatief goed eindproduct worden.
We sturen continu in de teelt om de balans van vegetatief en generatief in de juiste verhouding te krijgen. Zolang we in de kas telen en bij ons in de vollegrond is klimaat en watergeven niet een gelopen race, veranderen de omstandigheden buiten, dan moeten we daarop reageren.
Nu het belichtingsseizoen is aangebroken zien we dat de kassen met full LED een duidelijk andere watergeefstrategie hebben dan we met hybride gewend waren. Dat is niet vreemd maar vergt andere inzichten.
Het autonoom telen is voor velen een ‘ver-van-mijn-bed-show’. Maar gaan we naar vertical farming, dan wordt het ineens een hele andere wereld. Gesloten systemen met de prefecte groeiomstandigheden zoals licht, tempratuur en vochtigheid. Geen invloed van zon of andere buitenomstandigheden geven veel pluspunten.
Er zal nog veel geleerd moeten worden over zulke systemen en het is ook niet zomaar voor de meeste gewassen geschikt. Maar het is wel zo dat je met vertical farming niet afhankelijk bent van de locatie waar je teelt. Verder heb je weinig grond en minder water nodig en zo zullen er nog een aantal voordelen zijn.
Aan de investeringen om zo te gaan telen zal wel een pittig prijskaartje hangen. Er dient veel data te worden verzameld om deze manier van telen te kunnen laten slagen. Dat het in de wereld al gebeurt, is bekend voor bepaalde gewassen. Maar voor de meeste telers zal de komende jaren de energietransitie de meeste aandacht vergen. Misschien komt de meerlagenteelt er juist wel door in een stroomversnelling en zal onze relatie met het gewas nog belangrijker worden dan dat ie nu al is.
André van Paassen, chrysantenteler bij Arcadia in De Kwakel