Paprikateler Antoni de Bruin van ACB Agro in Klazienaveen werkt nu voor het tweede jaar met een clouddienst ter ondersteuning van de klimaatcomputer. Zijn ervaringen zijn tot nu toe positief, al is de opbrengst niet significant hoger dan in de traditionele kas, wel regelmatiger. “Dat was mijn doel, minder oogstpieken en -dalen. Het is ook beter voor mijn arbeidsfilm.”

De clouddienst Plantonomy is een relatief jonge loot aan de stam van Priva in De Lier. De softwareontwikkelaar werkt al ruim tien jaar aan autonoom telen. Sinds twee jaar onder leiding van programmamanager Teus Jan de Jong. Hij vergelijkt de dienst liever met een zelfsturende auto of automatische piloot, die veel werk van een teler uit handen kan nemen.
“De teler kan op onze dienst in een cloud-omgeving inloggen, wij analyseren de data van de klimaatcomputer en schieten de settings terug. Je kunt het vergelijken met een zelfsturende auto, of een automatische piloot in een vliegtuig, maar op bepaalde momenten moet een bestuurder of piloot toch bijsturen of ingrijpen. Daarvoor is de kennis van de teler belangrijk, omdat hij ziet hoe zijn gewas erbij staat en weet ook of hij meer richting productie of kwaliteit wil sturen. Op basis daarvan kan hij het programma aanpassen. De teler heeft dus nog steeds het stuur in handen.”

Digitale assistent

Geen vervanging van de teler dus, maar eerder een verstandig hulpje, een digitale assistent die onafgebroken op de achtergrond (elke vijf minuten om precies te zijn) zijn werk doet. Zo ziet paprikateler Antoni de Bruin dat, na twee seizoenen testen op 1 ha, naast 2 ha traditioneel. De teler heeft daarnaast een tweede bedrijf met nog eens 3 ha blokpaprika’s, ook in de kleuren rood en geel.
De teler: “Bij een traditionele klimaatregeling denk je soms ‘het gaat op het moment niet goed’ en dan ga je meteen corrigeren, maar hier analyseer je het klimaat pas na een paar dagen. Groeit het gewas te vegetatief of generatief dan stuur je pas bij. Als je als teler gewend bent om tien keer per dag de klimaatcomputer te veranderen, moet je bij Plantonomy er juist vanaf blijven.”
Dat leidt naar zijn ervaring tot minder schokken in het klimaat en meer regelmaat in het gewas, de bloei en de vruchtzetting, waardoor de productie gelijkmatiger over het seizoen verdeeld is. Hij vervolgt: “Een zetsel moet niet te groot worden. Als er aan een plant te veel vruchten hangen vallen de nieuwe knoppen er soms af. Daarom wilde ik meer grip op het klimaat hebben. Dankzij het stabielere klimaat was de zetting dit jaar gelijkmatiger, met een meer regelmatige oogst als resultaat. Maar aan buiteninvloeden ontkom je nooit helemaal, want als je een week donker weer hebt vallen er soms toch bloemen af. Ook hadden we afgelopen zomer relatief weinig last van weersextremen.”

Plantactiviteit

Het systeem stuurt niet op basis van kastemperatuur of luchtvochtigheid, maar op basis van plantactiviteit. Die wordt gemeten met een weegschaal met sensoren, die de watergift, het vochtgehalte van de mat en de hoeveelheid drainwater registreert. De kastemperatuur en luchtvochtigheid worden ingesteld als grenswaarden. De Jong: “Die matmeting geeft heel direct inzicht in je plantactiviteit, in plaats van de omgevingsfactoren. We sturen dus niet specifiek op temperatuur of absoluut vocht, maar kijken er wel naar.”
De Bruin: “Je gaat het klimaat sturen op het vochtgebruik in de mat. Daarvoor meten we de watergift en de drain. We sturen op vegetatieve of generatieve groei. In het begin van de teelt – vanaf week 1 – hebben we naast een energiescherm ook folie boven het gewas, dan is de invloed nog niet zo groot. Maar als je eenmaal begint met ventileren gaat de software met de luchtramen de plant activeren. Dat gebeurt volledig automatisch. Dat is in het begin wel even wennen, omdat je steeds de neiging hebt om in te grijpen. Je moet gewoon leren: voelt het een kwartiertje iets te fris aan dan moet je ervan afblijven. Naarmate het seizoen vordert wordt het werken hiermee steeds eenvoudiger.”

Van 30 naar 20 kuub

De klimaatsturing in de traditionele kas en zelfsturende kas resulteerden in beide seizoenen tot een even hoge productie, zegt de Drentse paprikateler. “Mijn doelstelling voor het eerste jaar was: als ik hetzelfde resultaat haal wat ik normaal haal ben ik al tevreden, want het is een hele andere regeling. Je komt er niet aan met je vingers. En dat is gelukt. In beide kassen kwam ik vorig jaar uit op 30 kilo gele paprika’s per vierkante meter met het ras Florate van Enza Zaden. Dit seizoen halen we 28 kg, maar dat komt omdat we afgelopen zomer minder zuivere CO2 gedoseerd hebben. Beide afdelingen zijn 2 kg naar beneden gegaan.”
De Bruin gebruikt hoofdzakelijk een WKK voor het opwekken van warmte, en verkoopt de stroom aan het net. Daardoor bleven zijn energiekosten in het afgelopen jaar gelijk. “We hebben wel lampen hangen maar die gebruiken we nu niet. We hebben ook een gasketel, die ik soms in de ochtenduren gebruik om een beetje CO2 te draaien, als de gasprijs een beetje redelijk is. Ik heb in augustus een week gehad dat een kilo CO2 duurder was dan een kilo paprika’s. Dan kan het natuurlijk niet uit.”
De teler is met het gasverbruik een derde teruggegaan, door vaker schermen en een wat lagere teelttemperatuur. “We zitten normaal op circa 30 kuub per jaar, maar gaan dit seizoen denk ik onder de 20 kuub. Ik heb weken gehad waarbij mijn gasverbruik maar 0,1 of 0,2 kuub was. In het verleden kwam ik nooit onder de 0,3. Dat heeft ook te maken met het minderen op CO2.”

Gelijkmatiger klimaat

Ook de weerbaarheid van de paprika’s verbeterde in de zelfsturende kas, denkt de Bruin, dankzij een stabieler klimaat. “Van neusrot of brandvlekken hebben we het afgelopen jaar vrijwel geen last gehad. Bij een gewone klimaatregeling kun je daar sneller last van krijgen. Neusrot ontstaat heel vaak als je tegen de avond de ramen te snel sluit en bij een te hoge verdamping overdag. De plant haalt dan water uit de vrucht. Brandvlekken worden veroorzaakt door directe zonnestraling op de vrucht. Met dit systeem krijg je een veel gelijkmatiger klimaat, met minder plantstress.” Overall is hij tevreden met het resultaat en denkt hij erover volgend jaar een groter deel van zijn bedrijf met de software aan te sturen.
Volgens De Jong kun je met de software planten eenvoudiger actief houden, zonder groeibuis, met een grotere rol voor de luchtramen en – in de ochtend – eventueel een vochtkier. Het scherm wordt nog niet volledig automatisch aangestuurd, maar dat zal in de toekomst veranderen.
Tot slot: “Doordat het gewas regelmatiger verdampt ontstaat er een hogere netto-fotosynthese en kun je met een iets lagere etmaaltemperatuur telen. Je houdt dus dezelfde groei en productie, maar met minder energie-input.”

Tekst en beeld: Mario Bentvelsen