Er lijkt wereldwijd belangstelling te bestaan voor automatische groenteproducerende systemen. Dus helemaal zonder een teeltchef met groene vingers. Leveranciers van vertical farms komen die groep investeerders nu al tegen. En projecten op het gebied van telen in de ruimte of op Mars kunnen juist op dit vlak uitstraling krijgen, ver buiten hun oorspronkelijke doel.

Het is een onderwerp dat steeds terugkomt in gesprekken met onderzoekers en bedrijfsleven op het gebied van vertical farms. Soms een beetje lacherig, soms verbaasd: er kloppen regelmatig belangstellenden aan die geen binding hebben met de teelt, maar ook geen plannen hebben om die kennis op te bouwen. Ze willen een ‘black box’ die groenten produceert.

Automatisch

“In zo’n geval ligt een vertical farm meer voor de hand dan een kas, zelfs als daarin alles automatisch kan worden geregeld. Een kas is toch te moeilijk als je helemaal geen teeltkennis hebt. Dan kom je uit bij systemen waar je alles onder controle kunt houden”, zegt Cecilia Stanghellini van Wageningen University & Research. “In Nederland zijn we geneigd die behoefte te onderschatten, omdat de ‘groene vingers’ hier in ruime mate aanwezig zijn. Veel vertical farms worden dan toch vanuit dat idee opgezet: met iemand die verantwoordelijk is voor de teelt. Maar wij horen steeds over investeerders die dat helemaal niet willen. Alles moet automatisch gaan.”

Zonder mensen

Brecht Stubbe van Urban Crop Solutions komt als leverancier van vertical farms zulke wensen tegen. “Er is reële belangstelling voor volautomatische systemen – van zaadje tot versnijden van groenten – zonder dat er een mens aan te pas komt. Die belangstelling is er ook in West-Europa, Scandinavië en Noord-Amerika, waar in principe wel teeltkennis aanwezig is. Dan spelen argumenten mee als dat het veiliger is als er helemaal geen mensen in de teeltruimte komen of dat de arbeidskosten heel hoog zijn.”
Stanghellini is namens Wageningen University & Research betrokken bij het project Eden-ISS op de Zuidpool. “Het doel van het project is om teelt van verse groenten tijdens een ruimtemissie te simuleren. De condities op de Zuidpool lijken daar veel op; ook daar is de crew maandenlang afgesloten van de wereld en moeten ze de teelt zelf, zonder veel kennis en zonder zonneschijn, zien te realiseren”, vertelt ze. Het is een groot internationaal project met wetenschappelijke partners uit acht landen.

Monitoring op afstand

WUR heeft de geschikte gewassen geselecteerd, teeltrecepten gemaakt en een teeltchef getraind. In mei 2019 gaat de tweede fase in. Dan moet een ongeschoold iemand de teelt verzorgen. Een volgende stap is totale monitoring op afstand.
In de teeltruimte hangen zo’n veertig camera’s om dat te realiseren. “Aanvankelijk dachten we dat hyperspectrale camera’s en fluorescentiemeters nodig te hebben. Maar dat vergt een erg grote investering. In plaats van een paar dure camera’s hebben we gekozen voor heel veel relatief simpele RGB-camera’s. Vervolgens hebben we wel aan de algoritmes voor de beeldanalyse moeten sleutelen om de gewenste informatie eruit te halen, maar dan lukt telen op afstand een stuk beter dan we verwacht hadden. Daar zijn we best trots op”, vertelt Stanghellini.

Kunstmatige intelligentie

De bedoeling is om het systeem verder te perfectioneren, bijvoorbeeld door bij de beeldanalyse gebruik te maken van kunstmatige intelligentie. “Het systeem van monitoring op afstand voegt duidelijk iets toe aan bestaande vertical farms”, vertelt ze. “En dat geldt ook voor de LED-belichting van het Zweedse bedrijf Heliospectra, waarvan het kleurenspectrum op afstand programmeerbaar is.”
Teelttechnisch zijn er overigens nog wel stappen te zetten. Bladgroenten gaan goed, maar bij paprika en aardbei deden zich bestuivings- en zettingsproblemen voor. Daar moet nog een oplossing voor komen.
Op 13 maart is er een workshop bij WUR Bleiswijk over de ervaringen met telen op de Zuidpool en mogelijke toepassingen, niet zozeer in de ruimte, maar gewoon op aarde.

Tijs Kierkels. Foto’s: DLR en WUR.





Gerelateerd