Het is de boodschap die vader IJsbrand van der Houwen zijn zoons meegaf: “Als jullie de tuin overnemen, zorg dan dat je beter wordt dan ik.” En dat terwijl hij zelf zeker geen onverdienstelijke teler is. Ruud wijst op de weelderige grootbloemige snijcymbidium die hij samen met zijn vader in ’s-Gravenzande teelt. Ook tweelingbroer Vincent lijkt gegrepen door het cymbidium-gen. In 2020 startte hij een eigen bedrijf op nog geen tien minuten afstand.
Een kans uit duizenden, vertelt Vincent (29). “Ik kon de mini-cymbidiumplanten van Eric van Paassen overnemen en een geschikte kas hier vlakbij huren. Alles klopte gewoon.” Op de vraag of er nu één samengevoegd Van der Houwen-imperium komt, reageren beide broers echter ontkennend. “Nee hoor, die intentie is er niet. Daarvoor zijn de producten te verschillend en wij trouwens ook. We kunnen goed samenwerken, maar willen eigen kapitein blijven.”
Geen geheimen
Naast collega’s zijn de broers vooral ook vrienden. Elke dag wordt afgesloten met een telefoontje en elke week met een biertje. Ze zijn nauw betrokken bij elkaars bedrijf. Ruud: “Ik weet hoe spannend het is om te starten; je moet alles nog ontdekken. Wat dat betreft loop ik een paar jaar voor op mijn broer. Ik werd in 2015 mede-eigenaar van der Houwen Orchideeën. En ondanks dat ik al van jongs af aan meewerkte, sta je dan toch plots anders in zo’n teelt. Techniek, financiën, personeel: je bent eindverantwoordelijke. Pa heeft mij altijd die ruimte gegeven. Dat vertrouwen, daar ben ik hem dankbaar voor. Logisch dus dat wij op onze beurt Vincent helpen waar nodig is.”
Daarbij nemen de telers geen blad voor de mond. En dat is niet altijd even leuk, vult Vincent lachend aan. “Heb je ergens je best op gedaan, wordt het fijntjes afgebrand. Maar wel altijd met de beste bedoelingen. Dat past ook helemaal in onze opvoeding. Pa hamerde vroeger altijd op doelmatig werken. We mochten best wat experimenteren in de kas, maar van aanrommelen was hij niet gediend. Je moest werken met een visie. Dat heb ik altijd onthouden.”
Mini versus grootbloemig
Die instelling komt nu dus goed van pas. Dit eerste seizoen was aanpoten voor Vincent. “Ik werk met drie afdelingen en snij de takken op 30, 40, 50, 60 en 70 cm. Ze gaan voornamelijk in mixdozen het bedrijf af. Dat ziet er super trendy uit. Dat is ook de belangrijkste reden dat ik voor mini-cymbidium heb gekozen. Er zijn meer afzetmogelijkheden dan voor het grootbloemige type. Mini’s doen het vooral goed op evenementen; in trouwwerken bijvoorbeeld.”
De takken van Ruud daarentegen gaan voor 98% naar het buitenland. “En wij telen met vier afdelingen waardoor de arbeidspieken iets minder groot zijn. Voor de rest zitten we qua teelt redelijk op één lijn. Onze bedrijven zijn zelfs even groot: elk 14.000 vierkante meter.”
Thuis in cymbidium
Alhoewel corona de afzet bemoeilijkt, denken de broers er niet aan hun strategie of product te veranderen. Vincent: “Eric van Paassen heeft me een sterk assortiment planten nagelaten en ik hoop die kwaliteit verder uit te bouwen.” Het vrije ondernemerschap bevalt hem prima. Het zat er eigenlijk altijd wel aan te komen, beaamt hij. “Maar ik had geen haast. Na het mbo ben ik eerst nog Agribusiness en Tuinbouw aan het hbo gaan studeren. Een hele verrijking. Met die kennis op zak ben ik bij Hamifleur gaan werken. Ook daar heb ik veel geleerd. Vaardigheden die ik zeker in mijn bedrijf zal gaan gebruiken. Ik weet hoe de markt werkt, wat deze wil en hoe ik daarop het beste in kan spelen.”
Zijn broer Ruud onderstreept dat. “Vincent is een goede verkoper, ik ben meer van de teelttechniek. Altijd al geweest. Ik hoefde na de tuinbouwschool dan ook niet meer zo nodig door te leren. Had thuis alles wat ik wilde: een mooi gewas om mee te werken en een vader die dat toeliet. Achteraf gezien was het misschien wel aardig geweest om ook op andere tuinen of bedrijven te kijken. Meer dan alleen stagelopen.”
Inzetten voor de veiling
Want anders dan broer Vincent die met een buurjongen bij een kalanchoëteler in de buurt ging werken, was Ruud van jongs af aan alleen op het bedrijf van zijn vader te vinden. “Ik weet daardoor heel veel van cymbidiums, maar wat minder over bedrijfskundige zaken. Dat is ook een van de redenen dat ik in 2017 tot de jongerenraad van Royal FloraHolland ben toegetreden. Ik leer daar veel over samenwerkingsstructuren en organisaties. Het is echt heel gaaf om met andere jonge ondernemers, elk met een andere productgroep, te sparren over de toekomst. Heel belangrijk ook. De veiling is van ons allemaal, dus daar moet je je voor inzetten, vind ik. Ik zie de jongerenraad ook als kweekvijver van nieuw talent. Wie weet komt het toekomstige bestuur uit onze raad.”
Nadruk op duurzaamheid
Samenwerken en kennis vergaren. Het zijn de twee speerpunten die beide broers hoog achten. Ze zijn allebei nieuwsgierig en niet snel tevreden. Ruud: “Ook dat is er met de paplepel ingegoten. Pa riep me er altijd bij als de teeltadviseur of biologie-expert langskwam. ‘Luister maar mee’, zei hij dan. Op die manier ben ik veel te weten gekomen over zaken als geïntegreerde gewasbescherming. Want dat is de toekomst, zo duurzaam mogelijk telen. Ik geloof niet dat we alles met biologie kunnen oplossen, maar we hebben al grote stappen gezet.”
Digitale generatie
Ook op andere plekken in de keten is samenwerking vereist, vult Vincent aan. Hij denkt daarbij aan assortiment en promotie. “Snijcymbidum is een kleine productgroep en we zullen de handen ineen moeten slaan om het grotere publiek te bereiken. Er is zoveel moois mogelijk, maar consumenten en bloemisten weten dat simpelweg onvoldoende. Daarnaast zie ik ook graag nog wat meer initiatieven bij de veredelaars. Zonder nieuwe cultivars kun je moeilijk inspelen op veranderende marktwensen.”
Het zijn dezelfde uitdagingen die hun vader al had. Ook bij hem stond een hoogkwalitatieve, rendabele teelt op één. Waarin de kennis en kunde van de nieuwe generatie dan verschilt? Digitalisering, klinkt het unaniem. “Wij werken makkelijker met computers en andere digitale middelen. Misschien snappen we het belang van data ook beter, met in het kielzog daarvan allerlei certificeringseisen. Want die wet- en regelgeving, die dendert maar door en verandert sneller dan je bij kunt benen. Onze generatie gaat daar wat flexibeler mee om. Leuk wordt het nooit, maar we kunnen het wat beter accepteren.”
En dat is belangrijk, menen de broers. Ze zijn elke dag met hun product in de weer en voor ergernis is geen plaats. “Je bepaalt je eigen succes”, verzekert Vincent. “Daarom is een eigen onderneming zo mooi.”
Tekst: Jojanneke Rodenburg, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke