River Flowers zet sinds vorig jaar nematoden in, als aanvulling op de roofmijten die worden uitgezet tegen trips. Op die manier weet het chrysantenbedrijf de inzet van chemie te reduceren en blijft de populatie biologische bestrijders beter behouden. Tegelijkertijd zorgt het terugbrengen van de chemie tegen trips ervoor dat plagen als wantsen en rupsen meer kans krijgen.

Trips is een plaag die veel chrysantentelers al jarenlang hoofdbrekens bezorgt. Ook bij River Flowers in Zaltbommel is men al lange tijd zoekende naar de juiste strategie om dit beestje het hoofd te bieden. Biologische bestrijding vormt hierbij de basis. “Vanaf de tweede teeltweek zetten we de montdorensis- en cucumeris-roofmijten in om trips te lijf te gaan”, vertelt Rick van de Werken, die verantwoordelijk is voor de ziekte- en plaagbestrijding op het 7 ha tellende bedrijf.
“Dat werkt over het algemeen goed, alleen in de zomermaanden liep de tripsdruk vaak té hoog op. Hierdoor moesten we de afgelopen zomers toch nog ingrijpen met chemie om de plaag onder controle te houden. Dat was verre van wenselijk: op die manier help je namelijk ook je hele biologische systeem om zeep.”

Nematodenbespuiting zeer effectief

Om het tij te keren, zet het bedrijf sinds vorig jaar nematoden in als correctiemiddel. “Het gaat om Nemasys-aaltjes, die de trips opzoeken, binnenkruipen en daar een bacterie loslaten. Hierdoor leggen de tripsen het loodje”, legt Van de Werken uit. “In het verleden hebben we hier ook al mee geëxperimenteerd, maar we besloten er vorig jaar opnieuw mee aan de slag te gaan. De nadelen van chemie-inzet werden gewoonweg té groot.
Afgelopen zomer hebben we acht keer een nematodenbespuiting gedaan, gedurende een periode van zes à zeven weken. Dit was zeer effectief: we hoefden nog slechts één keer chemie in te zetten, aan het einde van de teelt. Voorheen was een bespuiting met een gewasbeschermingsmiddel meerdere malen nodig. Wat dat betreft kunnen we nu duurzamer werken en weten we trips daarnaast ook beter onder controle te houden.”
De teler geeft wel aan dat inzet van deze nematoden duurder is dan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. “Maar de voordelen wegen in dit geval niet op tegen dit nadeel”, benadrukt hij. “En alle componenten in de strategie zijn van belang, je kunt er geen een missen. Het effectief te lijf gaan van trips vergt een brede basis.”

Problemen met wantsen en rupsen

Hoewel het bedrijf trips nu op een goede en duurzamere manier onder de duim weet te houden, zijn de problemen met wantsen en rupsen wel toegenomen. “Dat komt vooral doordat de gewasbeschermingsmiddelen die we voorheen inzetten tegen trips een nevenwerking hadden op deze plagen. Doordat we bij trips meer focussen op biologische bestrijding, neemt de rups- en wantsendruk toe. Die proberen we dan met biologische bestrijding te tackelen. Dat lukt meestal wel, mede omdat ons bedrijf solitair gelegen is. Maar plaagbestrijding in chrysant is en blijft een wankel evenwicht.”

Jaarlijks stomen

Om de genoemde plagen te beheersen, kiest het chrysantenbedrijf er ook voor om jaarlijks te stomen. “Natuurlijk, dat kost het nodige. Zeker in deze tijden. Maar wij zetten liever in op kwaliteit dan op een zo laag mogelijke kostprijs. En het sorteert ook duidelijk effect: alles wat in de bodem zit, wordt gedood. Oók tripspoppen. Daarnaast kunnen we het wortelknobbelaaltje hierdoor beter onder controle houden; alleen aan het einde van de teelt is soms sprake van een minimale aantasting.”

Tekst: Ank van Lier