Medio oktober oogst Richard Jakobs zijn laatste paprika’s. De ondernemer gooit het roer van zijn tuinbouwbedrijf om. Paprika’s eruit, volkstuintjes erin. “Kleine telers krijgen het steeds moeilijker door stijgende kosten, duurzame investeringen, regelgeving en krapte op de arbeidsmarkt. Om niet met mijn rug tegen de muur te komen staan, slaan we een andere weg in. We zien het volkstuinconcept helemaal zitten.”
Tuinbouwbedrijf Jakobs in Horst teelt sinds 1995 groene paprika’s. Toen nog op 1 ha, in 2004 kwam er een nieuwe kas van 2,2 ha groot en vijf meter hoog. Volgend jaar komt de helft daarvan in handen van volkstuiniers. Op de andere helft gaat Jakobs bloemkool telen. Een koude teelt, want de verwarming gaat eruit.
Uniek in Limburg
Volkstuinen onder glas zijn hip. Overal in het land schieten ze als paddenstoelen uit de grond. Maar in Limburg was er nog geen. Jakobs: “Vooral jongeren tonen veel belangstelling voor volkstuinen onder glas. Je kunt er lekker duurzaam je eigen, gezonde voedsel maken en tegelijkertijd onthaasten in het groen. Zonder dat je geplaagd wordt door weer en wind. Omdat je er samen met anderen in de weer bent, is het ook nog eens een sociale bezigheid.” De kas kan straks plaats bieden aan ongeveer 250 tuintjes van gemiddelde grootte.
Risico’s voor kleine telers zijn groot
De teler doet met pijn in zijn hart de paprikaplanten weg. “Ik heb altijd met veel passie geteeld. Maar als kleine teler wordt het steeds moeilijker om je hoofd boven water te houden. De regeldruk is enorm, energie- en andere kosten rijzen de pan uit, we moeten van het gas af en de sorteercentrale waar we gebruik van maken ziet steeds meer kleine telers verdwijnen. Het is de vraag hoe lang zij nog door kunnen gaan. Hetzelfde geldt voor ons. Om te voorkomen dat we straks gedwongen worden te stoppen, gooien we nu zelf het roer om. We speelden al langer met de gedachte van volkstuinen onder glas, maar de tijd was er nog niet rijp voor. Nu het concept overal in het land succesvol wordt uitgerold, durven we de gok te wagen.”
Alles eruit
Jakobs denkt ongeveer drie maanden nodig te hebben om de kas om te bouwen tot volkstuin. De beweegbare schermen en de klimaatcomputer blijven. Verder gaat alles eruit. “Over twee weken oogsten we de laatste paprika’s. Vervolgens halen we de steenwol en de ketel eruit, leggen we paden aan en maken we een koffiecorner. In onze volkstuinen onder glas kunnen mensen straks naar hartenlust groenten, fruit en bloemen telen. Alleen wiet en aardappelen willen we er niet in hebben, om voor de hand liggende redenen. Alles wat de huurders gaan telen, zal biologisch en natuurlijk zijn, zonder inzet van bestrijdingsmiddelen, belichting en verwarming. Het wordt echt puur natuur in D’n Haof.”
Presteren versus genot
Jakobs zorgt voor biologische bestrijding en zet hommels uit voor de bestuiving. Hij levert gereedschappen, compost, een wateraansluiting én teeltkennis. “Ik kijk er naar uit om mensen te zien genieten van het telen, terwijl wij als professionele telers helaas te veel bezig zijn met presteren en maximaal produceren. Ik word nu meer een begeleider, een onderwijzer. Dat zal wel even omschakelen zijn, maar ik denk dat het me wel ligt.
Ik ga het contact met de collega’s absoluut missen. Wat ik niet ga missen zijn de regeltjes en de groeiende uitdaging om geschikte medewerkers te vinden. Ik ben nu dag en nacht in de weer, of dat nu in de rol van oogster, monteur of boekhouder is. Straks heb ik meer vrije tijd en minder lichamelijke belasting. Dit ga ik makkelijker volhouden tot mijn pensioen.”
Animo is groot
In oktober hopen Jakobs en zijn partner Bianca Smits op de consumentenbeurs Hiltho in Horst veel mensen te interesseren voor een volkstuin in hun kas. “We zijn er pas net over gaan berichten op social media, maar we zien nu al veel animo. Op de beurs gaan we het concept uitgebreid toelichten en hopen we de eerste huurders te vinden. Het is en blijft een gok. Onze kosten zijn straks een stuk minder, maar de opbrengsten ook. Toch heb ik er alle vertrouwen én zin in.”
Tekst: Astrid Zoumpoulis