Vorige week oogstten Ron van Oosten en John Krijger van Kwekerij Zijdezicht de eerste asters van dit seizoen. De kwaliteit en productie vallen niet tegen, ondanks dat de ondernemers ervoor kozen om deze winter fors minder te belichten dan eerdere jaren. Om de energiekosten ook naar de toekomst toe binnen de perken te houden, gaan ze dit jaar versneld over van SON-T naar LED-belichting.
Kwekerij Zijdezicht, met vestigingen in De Lier en ‘s-Gravenzande, hoort tot de laatste professionele asterkwekerijen van ons land. “Eigenlijk zijn wij nog het enige bedrijf dat gedurende het hele Nederlandse seizoen – van begin april tot oktober – asters aanvoert. In de wintermaanden telen we chrysanten”, vertelt John Krijger. Hij runt de kwekerij, die in totaal 7,4 ha omvat, samen met zijn compagnon Ron van Oosten.
Geen makkelijke teelt
In de jaren tachtig telde ons land volgens Krijger wel 100 ha asters. “Sindsdien is het areaal echter fors teruggelopen. Om diverse redenen: de aanvoer vanuit Afrika nam toe, asters pasten niet zo goed in de ‘platte’ boeketten die jarenlang populair waren en het is absoluut geen makkelijke teelt. We snijden meerdere keren van dezelfde plant. De kunst is vooral om de planten na het oogsten weer te laten uitlopen. Dat vergt nogal wat. Wij hebben dit ‘kunstje’ inmiddels goed onder de knie.”
De laatste jaren is de aster weer meer in trek, geeft de ondernemer aan. Dit komt onder andere doordat deze snijbloem goed past binnen de trend van ‘springerige’ boeketten. “Maar desondanks is en blijft de aster een klein product. Om te voorkomen dat we concurrent van onszelf worden, voeren we aan op alle Nederlandse veilingen.”
Schade beperken
De telers plukken nu de vruchten van de goede prijzen van de afgelopen jaren. Hierdoor wisten ze een financiële buffer op te bouwen, die hen met de huidige hoge energieprijzen goed van pas komt. “Desondanks hebben we onze belichtingsstrategie deze winter fors aangepast. Zowel in chrysant als bij de asters zijn we dunner gaan planten en teruggegaan naar 50 tot 33 procent van het oorspronkelijke belichtingsniveau. We hebben wel een WKK staan, maar slechts een deel van onze gasposities vooraf vastgelegd. En gas op de dagmarkt kopen voor het opwekken van WKK-stroom voor belichting is te duur. Het is niet rendabel om dit in je teelt te stoppen.”
De ondernemers leverden de afgelopen maanden daarom zoveel mogelijk WKK-stroom terug aan het net. “Daarvoor beurden we goede prijzen. Hierdoor konden we de ‘schade’ qua energiekosten enigszins beperken. Ook de warme, zonnige maand maart was wat dit betreft een zegen. Maar we hebben niet alles op deze manier kunnen compenseren; per saldo waren we toch fors meer kwijt aan energiekosten dan andere jaren. Hopelijk zijn de prijzen dit jaar goed en kunnen we het ontstane ‘gat’ nog wat verder dichten.”
Hoge lichtefficiency
Het dunner planten en het lagere belichtingsniveau heeft tot nu toe weinig invloed op de productie en de kwaliteit van de asters, geeft Krijger aan. “En dat ondanks dat dit gewas veel licht nodig heeft. We hebben wel iets minder takken dan normaal en de takken zijn iets minder zwaar, maar ik ben tot nu toe zeker niet ontevreden. Het mooie weer van vorige maand heeft hier zeker aan bijgedragen. Daarbij zijn we erachter gekomen dat we in het voorjaar zuiniger kunnen omspringen met energie dan we altijd dachten. Vooral omdat de lichtefficiency in deze periode van het jaar veel hoger ligt dan in bijvoorbeeld de zomer.”
Terugverdientijd van drie jaar
Krijger en Van Oosten kijken ook verder vooruit en zetten dit jaar stappen om hun energiekosten ook op langere termijn beheersbaar te houden. Concreet betekent dit dat de SON-T-belichting volledig wordt vervangen door LED. “We wilden dat eerst stapsgewijs doen, en beginnen met 50 of 60 procent LED. Vanwege de hoge energieprijzen hebben we besloten dit proces te versnellen. En onderzoek heeft uitgewezen dat, wanneer je een beetje verrood licht toevoegt aan het spectrum, je prima asters en chrysanten kunt telen onder LED. En je bespaart fors op energie, aangezien je twee keer zo efficiënt omgaat met de elektriciteit die je inzet.”
Op dit moment hebben de ondernemers 130 micromol/m².s aan SON-T-belichting hangen, straks gaan ze over naar 200 micromol/m².s LED-belichting. “In eerste instantie blijven we echter bij 130 micromol telen. Dan boeken we dus minder productiewinst dan aanvankelijk de bedoeling was, maar kunnen we wel extra besparen op energie. We verwachten op deze manier zo’n tien euro per vierkante meter minder kwijt te zijn aan energie. Zo hopen we de investering in LED binnen drie jaar te kunnen terugverdienen. En misschien wel het belangrijkste: met de switch naar LED in combinatie met de aangepaste belichtingsstrategie zijn we als bedrijf klaar voor de toekomst. Ik heb er alle vertrouwen in dat we deze energiecrisis zullen overleven.”
Tekst: Ank van Lier