Rupsen – en met name Turkse motten – richten steeds meer schade aan in de gerberateelt. Volgens Marco de Groot van Kairos Tuinbouwadvies leidt dit op sommige bedrijven tot een productieverlies van vijf tot zeven procent. Hij pleit voor toelating van een extra, goed werkend systemisch middel tegen rupsen. “Maar de overheid ziet de ernst van het probleem nog niet.”

Turkse mot zorgt vooral de laatste twee jaar voor steeds meer problemen in gerbera, zo signaleert De Groot. Dat komt volgens de teeltadviseur met name omdat de toelating van diverse correctiemiddelen is geschrapt. “Dan gaat het bijvoorbeeld om insecticiden als Fame, Proclaim en Altacor. Daarnaast hadden telers tot een jaar of vijf geleden het middel Steward tot hun beschikking; ideaal om de kas in de winter goed schoon te spuiten. Maar ook dit is inmiddels niet meer toegelaten. Met alle gevolgen van dien.
Sinds enkele jaren begint deze mot oncontroleerbaar te worden in gerbera. En ze duiken ook steeds vroeger in het jaar op. Diverse telers hadden zelfs de hele winter door last van rupsen. Dat is niet eerder voorgekomen.”

‘Vlucht’ naar bloemknoppen

Gerberatelers zijn op dit moment vooral aangewezen op BT-middelen, met sporen van Bacillus thuringiensis. “Probleem hierbij is dat deze bacteriemiddelen met name op het blad terechtkomen. En omdat de rupsen deze middelen niet lekker vinden, ‘vluchten’ ze richting de bloemknoppen, die ze vervolgens aanvreten. Hierdoor wordt het probleem alleen maar groter. De meeste schade op gerberabedrijven ontstaat door vraat aan de bloemknoppen, die hierdoor onverkoopbaar worden”, constateert de adviseur.
Sowieso zijn BT-middelen volgens De Groot minder effectief, omdat deze vooral bestemd zijn om jonge rupsen mee te doden. “En deze zitten vaak diep in het gewas, waar je ze moeilijk kunt raken. Zeker in een dicht gewas als gerbera. Dit verklaart ook waarom Turkse mot in gerbera een groter probleem is dan in veel andere gewassen. Telers proberen wel van alles te verbeteren in de spuittechniek, maar wat dit betreft is de grens op een bepaald moment wel bereikt.”

Schade-explosies

Gerberatelers kunnen daarnaast nog een beroep doen op de insecticiden Nocturn en Nomolt, maar de laatste wordt op termijn ook verboden. “Bijkomend probleem is dat Nocturn slechts vier keer per jaar mag worden toegepast en Nomolt nadelig is voor de biologie die wordt ingezet tegen de mineervlieg. En enkele middelen die wel redelijk effectief zijn tegen rupsen – zoals Decis, Sumicidin en Conserve – brengen grote schade toe aan natuurlijke vijanden. Hierdoor stort het gehele IPM-systeem als een kaartenhuis in elkaar. Door dit alles wordt Turkse mot een steeds groter probleem in gerbera. Op veel bedrijven is echt sprake van ‘schade-explosies’.”
De omzetverliezen lopen volgens De Groot soms op tot vijf euro per vierkante meter. “En vooral in tuinbouwconcentratiegebieden, bijvoorbeeld in het Westland en de Bommelerwaard, zijn de problemen groot. Hier vliegen de motten, die ook in diverse andere teelten een probleem zijn, in de zomerperiode via de luchtramen over van het ene naar het andere bedrijf.”

Geen erkenning door overheid

De teeltadviseur vindt het van cruciaal belang dat gerberatelers op korte termijn meer mogelijkheden krijgen om de Turkse mot te bestrijden. “Glastuinbouw Nederland is hierover in overleg met het ministerie van LNV en de NVWA, maar de overheid ziet de ernst van het probleem niet. Zij zijn van mening dat er voldoende middelen beschikbaar zijn en dat de effectiviteit voldoende is. Maar de effectiviteit op papier verschilt in dit geval sterk van het effect in de praktijk. Hierdoor definieert de overheid rupsen niet als ‘knelpunt’. Zolang dat zo blijft, gaan we hier niet uitkomen.”
Desondanks hoopt De Groot dat er op termijn een extra integreerbaar middel beschikbaar komt, waarmee gerberatelers deze mot te lijf kunnen gaan. “Dit moet bij voorkeur een systemisch middel zijn, dat door de sapstroom wordt opgenomen. Op die manier kun je rupsen effectiever bestrijden. Dat zo’n middel er komt is absolute noodzaak; steeds meer gerberatelers lopen vast.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Biobest