De perzikluis mag zich dit seizoen dan gedeisd houden, kwekerij Noorland Paprika wil dat met een extra maatregel in de biologische bestrijdingsstrategie ook zo houden. Vooral om in de zomer corrigerend spuiten te vermijden. Bedrijfsleider Bart-Jan van Raalte: “De proef met ‘luis tegen luis’ moet zich in de zomer gaan bewijzen.”

Sinds een jaar of vier is de groene perzikluis misschien wel de grootste uitdaging in de paprikateelt. De ‘nieuwe’ luis kan tientallen virussen overbrengen, onttrekt voedingsstoffen aan de plant en verstoort de groeihormonenbalans. Als gevolg kan het blad vergelen en afvallen, maar ook de groei vertragen. Bij jonge planten kan een plaag zelfs funest zijn.
Kwekerij Noorland Paprika in IJsselmuiden heeft de afgelopen jaren geen uitval gehad door het hardnekkige beestje, maar ook op dit bedrijf zit de schrik er goed in. “Het leidt tot kwaliteitsverlies en vervuilde vruchten. En dat wil je niet,” zegt Van Raalte. Hij noemt de perzikluis dan ook vijand nummer één.

Zomer gevaarlijkst

Om uitbraken te voorkomen, begon Noorland Paprika in januari in een schone kas en zette bij de start meteen veel natuurlijke vijanden uit: de sluipwespen Aphidius Colemani en Aphidius Ervi en galmug Aphidoletes. “We beginnen meteen op een vrij hoog niveau, alsof er al luis in zit. Daarna gaan we intensief scouten. Vinden we toch ergens bladluis, dan zetten we aanvullend ook nog Propylea in.”
Gelukkig laat de hardnekkige perzikluis zich dit seizoen nog weinig zien. Maar de zomer moet nog komen en juist dat is een gevaarlijke periode. De luis ontwikkelt zich bij hoge temperaturen zo extreem snel, dat natuurlijke vijanden een plaag nog moeilijk in de kiem kunnen smoren. “Vaak moeten we dan toch nog chemisch corrigeren. Dat mag nog maar beperkt en willen we natuurlijk ook niet.”

Betere bestrijders inzetten

Dit seizoen zet Van Raalte op proef een nieuw wapen in: luis tegen luis. Op één van de in totaal 9,5 ha hing hij veertig bankerplanten op. Het zijn graanpollen, geleverd met de ongevaarlijke graanluis. “Sluipwespen zijn gek op graanluis. Zo kunnen we dus zelf een groter leger van sluipwespen opbouwen, die vooral in de zomer de teelt kan behoeden voor een luizenplaag. Omdat we ze nu zelf kweken en niet steeds hoeven bij te kopen, kunnen we ook wat duurdere bestrijders inzetten: sluipwespen die niet gevoelig zijn voor hyperparasitering bijvoorbeeld.”

Luisdruk laag

De eerste ervaringen zijn overwegend positief. “De eerste periode ging het meteen heel goed, maar daarop volgde een periode met zoveel sluipwespen, dat de graanluis volledig verdween. We hebben toen opnieuw graanluis moeten inbrengen. Daarna ging het weer prima. We zien dat niet alleen sluipwespen, maar ook de galmuggen ervan eten.”
Het bedrijf heeft in het eerste kwartaal niet hoeven corrigeren tegen bladluis. “Maar,” geeft Van Raalte toe, “het is sowieso een ontspannen seizoen; ook in het deel van de kas waar geen bankerplanten hangen, is de luisdruk laag dit jaar. We kunnen dat dus niet persé toeschrijven aan de graanluis.”

Substraat en meststoffen

Wel is er nu langzaam wat meer spint te zien. Roofmijten en galmuggen kunnen die tot nu toe nog goed aan. “Hoe warmer het wordt, hoe spannender. Voor spint, maar ook voor perzikluis. In de zomer zal het systeem zich moeten bewijzen. Pas daarna kunnen we conclusies gaan trekken.”
Naast de proef met bankerplanten, test Noorland Paprika ook nieuwe vormen van substraat uit. “Vanwege de wortelproblematiek en duurzaamheidseisen zijn ook wij op zoek naar de mogelijkheden van organisch substraat. Zo hebben we nu een klein proefje staan met de kokos-Growbag van Klasmann-Deilmann. Ook het vergroten van de gewasweerbaarheid is een speerpunt. Momenteel kijken we bijvoorbeeld naar de mogelijkheden van silicium meststoffen.”

Tekst: Astrid Zoumpoulis