Om de productie en het rendement te optimaliseren, kiest Cox Aardbeien op haar nieuwe locatie voor twee verse aardbeienteelten in plaats van een doorteelt. Een keer extra planten, vergt echter ook extra arbeid. Om dit te ondervangen, ontwikkelden de ondernemers een nieuw teeltsysteem met bijbehorende mechanisatie. Hiermee kunnen zij volledig machinaal vullen, ruimen, bladknippen en substraat frezen.

Ber, Guus en Janske Cox runnen al jarenlang een aardbeienbedrijf in het Noord-Limburgse Horst. In 2024 namen ze een tweede locatie in gebruik in Baarlo. Hier besloten ze niet zoals in Horst te kiezen voor een doorteelt Inspire, maar voor twee verse teelten. “We kiezen voor een herfstteelt Elsanta in combinatie met een vroege voorjaarsteelt Inspire. Dit laatste ras telen we onder licentie van The Greenery”, vertelt Guus Cox.

Veel telers uit productie

“Aardbeien leveren in november was altijd al interessant, maar de laatste jaren liggen de prijzen in deze periode nog hoger dan voorheen. Veel telers gaan dan namelijk uit productie, vanwege de hoge energieprijzen. Ook kiezen aardbeientelers wel voor nieuwe doordrager-concepten, waarbij er geen productie is in deze periode. Wij besloten hier juist op in te springen, door te kiezen voor twee verse teelten. Daarmee realiseren we namelijk hogere producties dan met een doorteelt.”
De ondernemers planten de verse Elsanta-planten eind augustus, waarna zij in productie zijn van 20 oktober tot 15 december. “Vervolgens is het zaak om binnen een dag of vijf opnieuw te planten. Dan kunnen we in februari opnieuw in productie zijn en profiteren van de goede prijzen in die periode.”

Doorlopend substraat

De ondernemers ontwikkelden een teeltsysteem met mechanisatie om het snel wisselen mogelijk te maken én om de arbeidsbehoefte in de teeltwisseling zoveel mogelijk te beperken. “We telen in Baarlo in een hele smalle teeltgoot, met een breedte van 11,5 centimeter. Het gaat om een open goot met daarbij een aparte goot voor drainopvang”, legt Cox uit. “Hierin staan geen bakken of potten, maar ligt een lang, onafgebroken substraat. Eigenlijk is het een soort ‘substraatworst’, waar de planten in gaan.”
In samenwerking met DETO Mechanisatie ontwikkelde Cox een machine om de goten te vullen met substraat. Deze machine, die drie kuub substraat kan meenemen en twee teeltgoten tegelijk vult, rijdt over de buisrail in de kas. “De machine wordt bediend door één persoon, ernaast zit iemand op de loader waarmee het substraat wordt aangevoerd. Met zijn tweeën kunnen ze één hectare per dag vullen. Op deze manier besparen we zo’n 90 procent op arbeid bij het vullen. En het werkt ook eenvoudig: we hoeven geen bakken meer op te halen, te stomen en vervolgens weer te vullen. We moeten alleen zorgen dat er diesel in de machine zit en dan kunnen we vooruit.”

Vullen, ruimen, substraat frezen en bladknippen

Het vullen, dat nu twee keer is gebeurd met de machine, gaat al vrij probleemloos. Daarnaast zetten de ondernemers de machine afgelopen jaar ook in voor het ruimen van het gewas. “Een werktuigdrager met drie hydrauliekpompen vormt de basis van de machine. Daar bovenop kunnen we steeds een andere machine zetten, voor een andersoortige toepassing. Bij het ruimen werken we met een machine die het substraat als het ware uit de goten ploegt, op het looftrekdoek. Na wat opstartproblemen konden we op deze manier anderhalve hectare per dag ruimen, met drie personen. Normaal moesten we bij het ruimen met 40 tot 60 man de kas in. Dit was enorm arbeidsintensief, en het is moeilijk om hier mensen voor te vinden. Onze oogstmedewerkers keren tegenwoordig huiswaarts als het ruimen op de planning staat. Dat probleem hebben we nu getackeld.”
Cox wil de machine in december ook gaan inzetten om het substraat te frezen. “Het idee is om in één werkgang het substraat uit de goot te lichten, te frezen en het bladgroen weg te maaien. Door het substraat te frezen, kunnen we dit hergebruiken en boeken we duurzaamheidwinst. En we kunnen met deze aanpak in drie dagen van teelt wisselen.”

Extra oogstdagen

Het concept resulteert volgens Cox in een forse arbeidsbesparing bij de teeltwisseling. “We hebben op onze locatie in Baarlo nu al 23 procent minder arbeid nodig dan in de doorteelt met het ras Inspire in Horst. We verwachten dat dit kan doorgroeien richting de 30 procent. Ook kunnen we met dit teeltsysteem efficiënter werken: het oogsten en doorhalen gaat sneller.”
Daarnaast weet Cox de teeltwisseling dus te versnellen, waardoor hij extra oogstdagen creëert en een late najaarsproductie kan combineren met een vroege voorjaarsproductie. “Op die manier kunnen we meer plukken. Bij een doorteelt haalden we de laatste jaren maximaal 12 tot 13 kilo per vierkante meter bij de voor- en najaarsoogst. Met twee verse plantingen gaan we richting de 15 kilo aan klasse 1-aardbeien. En we zijn dus al medio februari in productie, wanneer de prijzen doorgaans goed zijn. Op die manier kunnen we ons rendement verhogen en werken we zoals gezegd duurzamer. Kortom: met dit nieuwe teelt- en mechanisatieconcept zetten we grote stappen voorwaarts, op veel fronten. Meervoudige winst dus.”

Verder finetunen

Cox, die de rechten heeft vastgelegd voor deze manier van telen, geeft wel toe dat het systeem nog verder moet worden doorontwikkeld en dat hij verdere praktijkervaring moet opdoen. “Het heeft veel tijd en energie gekost om het draaiend te krijgen, maar we zien echt potentie en worden er enthousiast van. Nu is het zaak om het concept verder te finetunen en ‘meters te maken’. Wellicht dat we het daarna verder gaan uitrollen, maar zover is het nog niet. Wel hebben we zoveel vertrouwen in deze aanpak dat we ook de locatie in Horst hiervoor geschikt gaan maken.”

Tekst: Ank van Lier

Bij het ruimen van het gewas werken ze met een machine die het substraat als het ware uit de goten ploegt en op het looftrekdoek laat vallen.