De hoofdteelt van Freek en zijn zoon Martin van der Velden is nog steeds de potgerbera. In de loop der jaren zijn er verschillende bijzondere seizoensproducten bij gekomen: kerststerren in meer dan alleen rood, diepblauwe agapanthus, mooie crèmewitte kerstrozen en buitengerbera’s. Bij de kerstrozen behoren ze zelfs samen met Hoogeveen Plants en Montis Zuidplas bij de top drie van grote telers van Nederland.

In 2003 bouwde Freek van der Velden een mooie, moderne kas voor zijn potgerbera’s in Delfgauw. Al eerder – in 1995 – stapte hij vanuit de rozen over naar dit gewas. In de loop der jaren groeide het bedrijf door de aankoop van twee buurbedrijven. Sinds 2017 is Martin mede-eigenaar en vanaf 1 januari 2021 doet zijn vader een stap achteruit. Samen zetten ze het bedrijf op de huidige koers: het telen van planten met een onderscheidend goede kwaliteit en aandacht voor het milieu.

Groei

Ondertussen kwamen er achtereenvolgend twee buurbedrijven te koop: in 2007 een bedrijf van 8.000 m² en in 2018 een bedrijf van 21.000 m². Daarmee is de totale oppervlakte nu 65000 m². “Deze kassen waren verouderd en minder goed geïsoleerd dan de ‘gerberakas’. We hebben gelijk geïnvesteerd in milieuvriendelijke maatregelen, zoals de opvang van water met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen.”
De moderne ‘warme’ kas was speciaal voor de potgerbera’s gebouwd en grotendeels geautomatiseerd. De kerststerren passen er qua warmtebehoefte mooi bij. De aanschaf van de eerste uitbreiding was eveneens bewust voor de gerbera bedoeld. Op dat moment was er ruimte op de markt.
Met de laatste aangekochte kas ging het andersom. Van der Velden: “We hadden er niet gelijk een plan bij. De kasruimte is meer geschikt voor langdurige, minder energie-intensieve teelten. Sinds 2014 zijn we kerstrozen – helleborus – gaan telen. En via vrienden zijn we bij de teelt van agapanthus in pot terechtgekomen. We telen er ook garvinia’s die het goed doen op het balkon en terras. Al deze gewassen passen goed bij elkaar in de oudere kassen waar we nauwelijks hoeven te stoken.”

Kerststerren in het najaar

De omschakeling van alleen potgerbera’s naar meer producten ontstond geleidelijk. Potgerbera’s zijn weliswaar vrolijk gekleurde planten, maar in het najaar en rond de kerst was er toch steeds minder vraag. De telers gingen op zoek naar een bijpassend product om deze periode te overbruggen en kwamen uit bij de poinsettia. “Ze passen mooi in hetzelfde logistieke systeem en kunnen daar ook mee verwerkt worden. Het klimaat komt ook goed overeen met dat van de potgerbera”, vertelt Martin van der Velden.
Ze wijken af van de standaard: 90% rood en de rest andere kleuren. “Wij hebben juist 65 tot 70% andere kleuren. Sinds de start leveren we aan Albert Heijn en hebben een contract voor kleurtjes in pot. De klant bepaalt samen met ons welke kleuren we gaan telen. Dat was wit, glitter (rood-wit gespikkeld) en roze. Roze liep minder goed en is afgevallen. De overige planten – rood en een beetje kleur – verkopen we via de daghandel.”
Wat deze teelt extra leuk maakt, is de actieve landelijke commissie poinsettia vanuit Glastuinbouw Nederland. “Er vindt jaarlijks een sortimentsvergelijking plaats bij twee ondernemers en er wordt jaarlijks een dag georganiseerd voor rond de veertig telers en afnemers. Dat is iets wat we in de kleine potgerbera wereld niet kennen.”

Christmas Carol

Helleborus niger ‘Christmas Carol’ van veredelaar Syngenta is na de potgerbera het belangrijkste gewas. Het voordeel van deze variëteit is dat hij al voor de kerst bloeit. Rond de kersttijd doet hij het mooi in huis. Omdat de plant goed winterhard is, staat hij ook mooi in de border of in een pot op het terras.
“Christmas Carol wordt via zaad vermeerderd. We hebben hier bewust voor gekozen. Het zijn goede planten, waarvan je weet dat ze voor de jaarwisseling weg zijn. Ze zijn goedkoper dan planten uit weefselkweek. Wij moeten de aantallen al twee jaar van tevoren opgeven. Syngenta zorgt voor de opkweek. Wij krijgen de plantjes in pluggen en poten ze in vier potmaten: 7, 9, 12, 15 en 17 cm. Eén plug per pot is voldoende. Alleen in de grootste potmaat stoppen we eventueel drie pluggen per pot of soorten uit weefselkweek.”
Het afleveren begint begin september. “Dat is echt voor de liefhebbers. In november, december leveren we de grootste aantallen. We streven ernaar om voor de kerst zo goed als leeg te zijn.”

Feel Green

Vader en zoon van der Velden zijn lid van telersvereniging Decorum. Ze gaan met hun milieu-eisen nog net een stapje verder. Omdat ze zowel Productproof als MPS SQ gecertificeerd zijn, mogen ze een deel van hun gerbera- en helleborusplanten uitleveren onder het duurzame submerk Feel Green.
“We leveren de Feel Green planten bijvoorbeeld niet op plastic trays, maar op een paperpulp tray. We gebruiken voor de potten recycled plastic. Verder gebruiken we carbon free potten. Zwarte potten worden niet herkend bij het afvalverwerkingsbedrijf, dus ook niet hergebruikt.”

Uitdagingen

Wat ziet hij als uitdagingen voor de toekomst? De teler antwoordt bedachtzaam: “We willen goed kunnen blijven telen onder veranderende omstandigheden die continu door zullen blijven gaan. Nu zijn dat bijvoorbeeld de hoge energieprijs, de beschikbaarheid van goed gietwater en gewasbescherming.”
Wat betreft de energie denkt hij in de richting van verduurzaming. Hij verwacht veel van een warmterotonde, waar bedrijven energie in kunnen stoppen en uit kunnen halen. Water is een zorgpunt. “Nu komt het gietwater uit een eigen groot regenwaterbassin en een waterbron. Van deze laatste is het de vraag hoe lang dit nog is toegestaan.”

Turkse mot

De gewasbescherming vormt een extra uitdaging. Met name de bestrijding van rupsen en motten in gerbera vindt hij op dit moment een knelpunt. “Tegen meeldauw gebruiken we zwavelpotjes. De natuurlijke vijanden tegen onder andere wittevlieg en mineervlieg werken minder goed en spuiten tegen meeldauw is steeds lastiger. De vraag is: win ik het met de teelt? Met het wegvallen van rupsenmiddelen is het nóg belangrijker om tijdig te weten of er Turkse motten in de kas zijn. Een vrouwtjesmot legt na de paring al gauw honderden eitjes.”
Van der Velden wil de volwassen motten op een effectievere manier weg vangen. Hiervoor heeft hij onlangs een infrarood monitor van Pats aangeschaft. Het is een geautomatiseerde hulp op het gebied van scouten op plagen, die de motten op basis van hun vliegpatroon kan herkennen en tellen. “Monitoring op deze manier zien we als hulpmiddel. We zitten nu in een leerproces. We willen uitzoeken waar de schadedrempel ligt en wanneer we moeten bestrijden met bijvoorbeeld schimmelpreparaten die de rups moet uitschakelen.”

Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn