In de paprikateelt deed een nieuwe, lastig te bestrijden variant van de groene perzikluis de laatste jaren veel stof opwaaien. Met een aangepaste strategie en een nieuw toegelaten correctiemiddel lijkt die plaag nu op de meeste bedrijven onder controle, stelt specialist gewasbescherming Gert-Jan de Vast. Er lijkt een nieuwe zorg voor in de plaats gekomen. Sinds vorig jaar zien we plotseling veel meer plantuitval door Fusarium. Over de oorzaak bestaat nog geen duidelijkheid.

De paprikateelt blijft niet verschoond van uitdagingen. Dat zegt gewasbeschermingsspecialist Gert-Jan de Vast van Biobest als hem gevraagd wordt welke zaken momenteel binnen zijn vakgebied opvallen.
“Het bladluizenprobleem, waar de meeste paprikatelers vorig jaar nog mee kampten, speelt nu in veel mindere mate”, vervolgt hij. “Wat de gemoederen momenteel bezighoudt, is de sterk verhoogde plantuitval op sommige bedrijven. Fusarium lijkt de boosdoener, maar waar dat opeens vandaan komt is nog niet duidelijk. Twintig, dertig procent uitval is niet uitzonderlijk.”

Alle symptomen wijzen op Fusarium

Planten die schijnbaar vanuit het niets in groten getale slap gaan en volledig verwelken. Dat is het beeld waar een aantal telers vorig jaar last van had.
“Het plaatje kennen we wel, maar de mate van plantuitval was uitzonderlijk”, aldus De Vast. “In tegenstelling tot de gebruikelijke paar procent uitval, ging het om tientallen procenten. Enkele bedrijven zijn zelfs volledig geruimd, omdat er geen houden aan was. We zien het dit jaar opnieuw gebeuren. Alle symptomen wijzen op Fusarium. Waar die plotselinge uitbraken vandaan komen, is nog niet opgehelderd. Er wordt veel gespeculeerd, maar daar houd ik mij liever buiten. Het lek moet wel zo snel mogelijk boven komen, want dit is een zorgelijke ontwikkeling. Gelukkig is het probleem lang niet zo wijd verbreid als het geval is met het luizenprobleem.”

Luizen beter onder controle

Van bladluizen hebben de paprikatelers nu duidelijk minder last dan in voorgaande jaren. De Vast schrijft dit toe aan een effectievere biologische aanpak en aan de beschikbaarheid van het middel Verimark, dat een effectieve chemische correctie mogelijk maakt.
“De meeste bedrijven passen een IPM-strategie toe die in het voorjaar begint met herhaalde toepassingen van groene middelen op basis van azadirachtine, oftewel neemolie”, zegt de specialist van Biobest. “Vervolgens worden er biologische bestrijders geïntroduceerd. Voor de luisbestrijding gaat het in eerste instantie om een combinatie van sluipwespen – soms meerdere soorten – en galmuggen. Met lieveheersbeestjes, gaas- en zweefvliegen kun je de biologische basis desgewenst verbreden.”

Corrigeren blijft nodig

Hoewel deze gecombineerde aanpak luizenpopulaties langdurig kan onderdrukken, kunnen luizen zich onder gunstige omstandigheden explosief vermeerderen en dat is nauwelijks te voorkomen. “Je zult in veel gevallen een of enkele keren per jaar moeten corrigeren en met Verimark hebben de telers een integreerbaar middel dat zich daar goed voor leent”, zegt De Vast. “Ik vermoed dat vrijwel alle telers het dit jaar al eens hebben ingezet. In de loop van de zomer kan dat nog een keer nodig zijn. Wanneer de luizen chemisch zijn teruggezet, kunnen de biologische bestrijders het stokje weer voor lange tijd overnemen.”

Tekst: Jan van Staalduinen, beeld: Normec Groen Agro Control