Beestjes, het blijft een onderwerp dat me altijd bezighoudt. Als teler wil je gewoon een gezond gewas zien en dat maakt je allergisch voor plaagdieren, schimmels en bacteriën die kunnen toeslaan.

Net als veel collega’s neem ik watermonsters en ben ik blij als er geen pathogenen in zitten en moet ik middelen gebruiken die ervoor zorgen dat het zo blijft. Maar is dat wel de juiste weg? Ik vraag het me oprecht af. Dat water is gewoon dood.

Neem nu ons darmstelsel. Daarin leven miljoenen bacteriën die ons helpen ons voedsel te verteren. We weten inmiddels dat die onmisbaar zijn. Raakt je darmflora uit evenwicht, dan word je behoorlijk ziek. Ik denk dat iedereen wel heeft ervaren hoe slap en zwak je je voelt als de boel van slag is. Hoe verschrikkelijk afhankelijk je bent van al die organismen die vrolijk in je buik leven.

Leven. Dat is het juiste woord. Wij willen graag gezonde, vitale en weerbare gewassen die leven. En wat doen we met al die organismen er omheen? Die maken wij dood met massavernietigingswapens. Daar klopt iets niet. Net zoals wij mensen ons ziek voelen als de organismen in ons darmstelsel uit evenwicht zijn, zal ook een plant uit evenwicht raken als het milieu rond de wortels dood is.

We meten altijd de ziekteverwekkers in ons teeltmedium, maar niet de organismen die in symbiose leven met de wortels. En dat zijn er heel veel. We weten niet eens hoeveel. Dus als tuinder zal ik zo nu en dan toch moeten corrigeren als een plaag of ziekte uit de hand loopt. Maar ik pleit er wel voor om anders naar watermonsters of grondmonsters te kijken. Niet alleen meten wat dood is, maar juist wat leeft.

Maikel van den Berg, zaad- en paprikateler in Bleiswijk