Toen de coronacrisis losbarstte had Rob Baan van Koppert Cress in Monster nog niet het vermoeden dat zijn bedrijf heel hard zou worden getroffen. Na 14 weken vol adrenaline besloot hij dat het tijd werd voor vakantie. Zijn strijdlust is nu weer terug. “We moeten met zijn allen nadenken hoe te voorkomen dat dit nog een keer gebeurt.”

Dit moet voor jullie een hele emotionele periode zijn geweest?

Ja, ik heb drie weken vakantie genomen. Veertien weken adrenaline pompen is natuurlijk niet goed voor je lichaam. Maar ik ben er weer. De business trekt weer aan, maar we zijn er nog lang niet. De cijfers die wij hebben kun je het beste vergelijken met wat de horeca doet. Er zijn ups & downs. Maar het segment waar wij in zitten, de betere horeca, blijft wel overeind. Daar zijn we wel blij mee.

Wat bedoel je met: blijft wel overeind?

Als je de verhalen hoort van Horeca Nederland, dan zeggen ze daar: 60 of 80% gaat failliet. Dat is voor een deel waar, daar zitten ook veel cafés bij. Amsterdam heeft te veel horeca, omdat het heel erg op toeristen ingesteld is. Daar vallen nu veel bedrijven om, ja. De restaurants waar wij aan leveren zitten in het hogere segment, waar je een paar keer per jaar gezellig gaat eten en waar je je veilig voelt. Ze mogen dan wel minder gasten ontvangen vanwege de coronaregels, maar ze blijven wel overeind.

Je bent dus wel positief over de overlevingskansen van je klanten.

Ja, het assortiment dat wij voeren wordt ook nog steeds volledig verkocht. De meest extreme smaken, zoals oestersmaken of tintelingen, die blijven besteld worden. Koks in heel Europa blijven trouw aan onze producten. Engeland heeft het nog moeilijk, daar zijn nog heel veel restaurants dicht. Daar zal de business ongetwijfeld een optater van krijgen. Maar de rest van Europa doet het best aardig. Op mijn vakantie in Venetië zat ik mijn eigen spullen te eten. Dat was wel een emotioneel treffen.

Als ik de berichten over Koppert Cress in de media goed heb gevolgd zijn jullie in een paar maanden tijd van ‘kroonjuweel van de tuinbouw’ gegaan naar een bedrijf dat aan een financieel infuus hangt. Dat doet wat met je, lijkt mij.

We hebben dit eerder meegemaakt, tijdens de EHEC-crisis. Dit was voor mij gelijk een déjà vu. Ik moest af en toe opletten dat ik geen EHEC zei als ik corona bedoelde. EHEC was negen jaar geleden. Daar hebben we veel van geleerd. Een van de dingen die we toen geleerd hebben is: de overheid kent de tuinbouw niet. Dus als er maatregelen komen, komen er verkeerde maatregelen. We moeten er dus voor zorgen dat die maatregelen passend zijn. Doordat wij de goede gesprekken gevoerd hebben met de juiste mensen, heeft de overheid ook dit tuinbouwbedrijf niet vergeten. We kwamen in aanmerking voor het noodfonds en we konden de NOW volledig benutten. Zonder de NOW-regeling – in totaal kregen wij 1,7 miljoen euro uitgekeerd – hadden we mensen moeten ontslaan. Dat is eigenlijk onze redding geweest.

Lees het volledige interview met Rob Baan in het augustusnummer van Vakblad Onder Glas.

Tekst: Mario Bentvelsen, beeld: Pieternel van Velden