Sinds eind 2023 experimenteert Mart Krijger van Kwekerij Zijdezicht in De Lier met spinnen, zowel in troschrysant als aster. De teeltman ziet spinnen als een extra tool in de biologische bestrijding van trips, spint en luis, maar blijft daarnaast de reguliere biologische bestrijding gebruiken. “Ik denk dat de spinnen zeker een toevoeging gaan zijn, met name op luis.”
Mart Krijger kwam via zijn voorlichter Theo Roelofs in 2023 in contact met Little Spider, dat spinnen aan de glastuinbouw levert. “Zij wilden graag een project in de chrysanten en wij wilden wel wat proberen. Wij telen in de winter en het voorjaar troschrysanten, die oogsten we van 1 oktober tot 1 april. In de zomer oogsten wij asters. We werkten al volop met biologische bestrijders, maar zien het pakket aan correctiemiddelen snel afnemen. Wij zijn er in 2023 mee begonnen op een andere kwekerij, maar die hebben we vorig jaar verkocht. Wij hadden toen wel het idee dat de luisbestrijding makkelijker ging. Hier aan de Oostlaan in De Lier zijn we vorig najaar met het uitzetten van spinnen begonnen, nu zie je daarin ontwikkeling en hopen we in de loop van het jaar meer resultaten te zien.”
Besparing
Om welke spin het precies gaat weet Krijger niet, behalve dat het om een jagende soort gaat. “Deze maakt geen webben, alleen spinnenrag. Je kunt hun ontwikkeling volgen door een beetje vocht op het gewas te broezen, dan kun je de ragfijne draden wel zien. Of ’s avonds met fluorescerende vloeistof en blacklight. We zien heel veel ragontwikkeling, dan moeten er dus ook heel veel spinnetjes zitten. We hebben ook daadwerkelijk luizen gezien die aangetast waren door de spinnen.”
Wat is hun effect op de plaagdruk tot nu toe? “De biologische bestrijding loopt momenteel heel erg goed, want plagen zitten er bijna niet. Of dat nu komt door de spinnen of de bio, dat weten we niet. We doen dat nog samen. We zijn de bio tegen tripsbestrijding wel al iets aan het minderen. Op termijn zouden we misschien nog meer kunnen besparen. Dat is uiteindelijk wel het doel.”
Alleseters
Krijger gebruikt momenteel Phytoseiulus persimilis tegen spint en Neoseiulus cucumeris en Transeius montdorensis tegen trips. “Tegen luis gaan we dit jaar meer Aphydoletes aphydimiza inzetten, dat wordt denk ik in de komende jaren het grootste probleem. De spinnen eten ook luizen, dat weten we zeker, maar hoe groot hun aandeel daarin is weten we niet.”
Spinnen zijn alleseters, zijn bij voedselgebrek kannibalistisch en lusten ook biologische bestrijders. “Hoe die soorten elkaar beïnvloeden weten we ook niet, al zit er in onze kas altijd wel prooi. Dit najaar gaan we ook insectengaas installeren, vooral om Turkse motten, wantsen en cicaden tegen te houden, al hebben we van die laatste twee tot nu toe niet veel last.”
Interessant experiment
Het wordt natuurlijk steeds lastiger gemaakt, zegt hij tot slot. “Je hebt alles keihard nodig om ervoor te zorgen dat de IPM goed blijft gaan. Luis en trips willen nog weleens exploderen en we denken met gaas de pieken er een beetje af te kunnen halen. We zien de spinnen goed ontwikkelen, al zijn ze wel relatief lastig te monitoren. Je wilt dat kunnen kwantificeren, dat zou wel mooi zijn. Maar het is voor ons een interessant experiment, er valt nog heel veel in te leren. Ik zie spinnen vooral als een middel om de basis van mijn biologische bestrijding naar een nog hoger niveau te tillen.”
Tekst: Mario Bentvelsen