Vereijken Kwekerijen is het hele jaar vrij weten te blijven van tomatengalmijt. Dat is een groot verschil met voorgaande jaren. De inzet van meer zwavelverdampers en eens per drie weken bestrijden blijkt de aanpak die resultaat oplevert.

Twee jaar geleden kreeg Eric Vereijken de beschikking over een nieuw hulpmiddel: de Dino-Lite. “Dat is een soort digitale microscoop. Je kijkt met een klein cameraatje in het gewas, dat via bluetooth de beelden naar je smartphone of iPad stuurt. Op het scherm kun je dan zien of er sprake is van aantasting”, vertelt hij.

Andere manier van spuiten

In eerste instantie gebruikte de tomatenteler het instrument om te controleren of bestrijding het juiste effect had. In Onder Glas vertelde hij vorig jaar dat het wel nieuwe inzichten gaf. Bijvoorbeeld dat de mijt al hoger in de plant zit, dan waar je de beschadigingen ziet. Dat inzicht heeft geleid tot een andere manier van spuiten, namelijk hoger in het gewas.

Zwavelverdampers verdubbeld

“We bestrijden één keer per drie weken chemisch en hebben het aantal zwavelverdampers verdubbeld. Dat heeft dit jaar goed gewerkt. En zodoende hebben we de digitale microscoop weinig hoeven te gebruiken. Onze aanpak blijkt goed samen te gaan met de inzet van natuurlijke vijanden tegen andere plagen”, vertelt hij.

Tomato Brown Rugose Fruit Virus (ToBRFV)

Vereijken is voorzitter van de gewascoöperatie Tomaat. Hij hoort wel dat er andere bedrijven zijn die dit jaar meer last van de tomatengalmijt hebben, maar een goed overzicht heeft hij niet. “Door de coronacrisis ligt de informatie-uitwisseling toch voor een groot deel stil”, zegt hij. Daar komt de terughoudendheid van tomatentelers bij om elkaars bedrijven te bezoeken in verband met het rugosevirus.

Tekst: Tijs Kierkels, beeld: Wilma Slegers